dinsdag 17 november 2015

Help, een baby!

Mijn prachtige zoontje is geboren en mijn neefjes komen kijken. Vol bewondering bekijkt mijn jongste neefje (3) de nieuwste familie-aanwinst. Als hij de baby voorzichtig over zijn hoofdje wil aaien, zegt zijn mama: "Aai maar over zijn handje."
Even later aait mama zelf de baby over zijn hoofdje waarop mijn neefje wijs zegt: "Mama, aai maar over zijn handje."

Dat we voorzichtig moeten zijn met jonge baby's, dat weten we wel. Zelfs hele jonge kinderen weten dat al. Het is een soort instinct. Hoofdje ondersteunen, rustig wiegen, zachtjes aaien, voorzichtig afdrogen. Dat hoeven anderen ons eigenlijk niet te leren. Dat er echter nog veel meer bij komt kijken, daar verkijken we ons nogal op. We bereiden onszelf buitengewoon goed voor tijdens de zwangerschap. Bevalcursus, borstvoedingsvoorlichting, inrichting van de kinderkamer, aanschaffen van de beste kinderwagen, we kiezen een naam, kopen luiers, kleertjes, flessen, spenen, beddengoed. Maar dan, je bent bevallen en daar is ie dan: je baby! En nu?
Soms vergeten we ons een beetje voor te bereiden op de eerste maanden met baby. En hoewel veel vanzelf gaat, zijn er toch ook een hoop onzekerheden die je tegen kan komen die eerste tijd. In deze post een korte voorbereiding: wat kan je verwachten van jezelf en je baby in de eerste maanden?

De eerste weken
De allereerste week wordt je een beetje geleefd, is mijn ervaring. De kraamhulp is er nog en die vertelt je eigenlijk continue wat je moet doen. Wanneer voeden, wanneer slapen en meer is het ook eigenlijk nog niet in die eerste week. Baby's slapen nog ontzettend veel. Zeker de eerste paar dagen. Ze zijn uitgeput van die hele bevalling, net als jij, en komen echt even bij. Ze zijn vaak net genoeg wakker om even te drinken, maar regelmatig zul je ze ook hiervoor wakker moeten maken en soms zelfs houden. Bij mij was het soms een hele klus om onze slaapkop genoeg te laten drinken in die eerste week.
Het eerste 'help, een baby'-moment kan je verwachten als de kraamhulp de eerste dag weer naar huis gaat. Of wellicht al als je voor het eerst thuis bent (uit het ziekenhuis) en even moet wachten tot de kraamhulp er is. Je raakt al zo snel gewend aan het feit dat er mensen zijn die je helpen met de verzorging van je baby dat als die mensen weggaan, je je soms echt even verloren kan voelen. Gelukkig merk je vaak na een eerste nacht alleen al dat je het best wel kunt. Wat kan helpen is in hele kleine stapjes te denken. Niet op te zien tegen een hele nacht alleen, maar kijk eerst het eerste uurtje maar eens aan. Verwacht niks en laat je leiden door je baby. Pak hem op als hij huilt en meestal betekent dat in de eerste week dat hij wil drinken. Je voedt hem, geeft hem een schone luier en hij zal hoogstwaarschijnlijk weer in slaap vallen. Ongemerkt ben je zo alweer een uur verder!

Dan de eerste week zonder kraamhulp. Die kan behoorlijk pittig zijn. Ineens moet je het 'alleen' gaan doen. Je kunt je onzekerheden niet meer makkelijk kwijt elke ochtend en je moet gaan vertrouwen op jezelf en je baby. Hoewel heel veel echt 'vanzelf' gaat, is het toch wel allemaal nieuw. Wat normaal is en wat niet, dat weet je vaak nog niet. Bovendien ken je je baby nog niet. Ook al heeft hij negen maanden in je buik gezeten, daarbuiten is het echt een mensje dat je moet leren kennen. Hoe je baby slaapt, eet en huilt dat ga je nu ontdekken. Wat vindt hij fijn als hij buikpijn heeft? Wat betekenen zijn gebaren en zijn huiltjes? Het enige wat je kan doen, is uitproberen en observeren. Als ik dit doe, vindt mijn baby dat dan fijn? Wat vindt hij de fijnste houding na het drinken? Hoe slaapt hij prettig? Dit proces kan behoorlijk vermoeiend zijn. Maar echt, na een paar weken zul je merken dat je steeds beter kan inspelen op de behoefte van je baby. Je leert hem echt kennen. Je zult zelfs al vrij snel het gevoel krijgen dat je als ouders (en zeker mama) het beste weet wat je baby wil en fijn vindt. Wat het vervolgens ook weer moeilijk kan maken om hem soms even af te geven.
Toch heb ik hier wel een gouden tip: doe dat wel! Probeer zo snel mogelijk (het liefst al in de kraamweek), in elk geval één secundaire opvoeder te betrekken bij de verzorging van je baby. Geef je baby vooral niet zomaar aan iedereen als je dat niet fijn vindt (voor je baby is dat vaak ook helemaal niet prettig). Maar, het is wel erg belangrijk voor je eigen rust als er in elk geval één iemand in je omgeving is die je je baby toevertrouwt. En dit kan best even tijd kosten, zelfs als het je eigen moeder is. Maar, bedenk je: alle opa's, oma's en veel vriendinnen, broers, zussen, hebben precies hetzelfde meegemaakt als jij. Het zijn ervaringsdeskundigen!

Langzaamaan kom je zo de eerste weken door. En het gaat sneller dan je denkt. Elke week die je verder bent, mag je trots zijn op jezelf! Je doet het toch maar even!

Vermoeidheid, hormonen en onzekerheid
Hier zal ik me vooral even richten tot de mama's. Want die enorme rollercoaster van emoties na je bevalling, daar hoor je nou nooit iemand over. Huilbuien, onzekerheid, vermoeidheid en ondertussen ook nog voor je baby zorgen. Ga er maar vanuit dat het je ergens in de eerste weken een keer (of 20 keer...) te veel wordt. Je weet het niet meer, je kan het niet meer en je wil het misschien ook even niet meer. Alhoewel dit volkomen normaal is en gelukkig ook echt weer over gaat, heb je daar op dat moment weinig aan. Misschien ben je iemand die nooit huilt en voel je in je kraamweek continue de behoefte om zomaar ineens te huilen, zonder reden. Misschien ben je nooit onzeker, maar wordt je nu ineens overmand door onzekerheid om alles. Je kan je een totaal ander mens voelen in de eerste weken als mama. De tip: geef hier aan toe. Je verzetten tegen al die emoties heeft echt geen zin. Ook niet als dat normaal wel werkt. De tranen komen, vroeger of later, toch wel. Huil maar even goed, spreek al je onzekerheid even uit. Spui! En voor de papa's, oma's en vriendinnen: even geen goede raad en advies, maar gewoon luisteren en troosten! Het moet er eerst even uit voordat je alles weer in een ander perspectief kan zien.

Je kan je behoorlijk overmand voelen door al die emoties. En dan helpt het natuurlijk ook niet mee dat je ineens veel minder slaapt én je in je slaap steeds gewekt wordt door je baby. Je zult wellicht vermoeider zijn dan je ooit bent geweest en je zult je regelmatig afvragen hoe je in hemelsnaam deze dag weer door bent gekomen. Maar, het lukt altijd. Daar kun je op vertrouwen. Op de een of andere manier heeft de natuur er ook voor gezorgd dat je, zodra je papa of mama wordt, ineens met veel minder slaap toe kunt.
Dat neemt niet weg dat vermoeidheid wel echt heel vervelend kan zijn. Dus, slaap wanneer je kan! Trek makkelijke kleding aan, laat de mascara maar even in je toilettas zitten en duik ook overdag lekker je bed in als je baby slaapt. Ook na een paar weken, gewoon blijven doen! Lukt het niet om overdag te slapen? Pak dan de uurtjes aan het begin van de avond als je partner weer thuis is. Ik hoorde iemand ooit zeggen: 'Wat is er mis met de uren tussen 19.00 en 23.00? Dat zijn prima uurtjes om te slapen! Misschien niet zo gezellig, maar wel belangrijk. Eenmaal wat meer uitgerust, ben je echt veel meer waard!

Gevoelens waar ik in de eerste weken tegenaan liep (en die ik echt niet had verwacht) waren onzekerheid, het grote verantwoordelijkheidsgevoel en de onomkeerbaarheid van het krijgen van een kindje. Natuurlijk weet je dat als je kiest voor een kindje, dit een keuze voor de rest van je leven is. Maar, toch kan je overvallen worden door het gevoel dat die baby er nu echt voor altijd is. Jij bent nu voor altijd mama of papa. Dat brengt gelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel met zich mee. Je baby is volledig afhankelijk van jou. Die enorme afhankelijkheid kan zwaar zijn, maar kan je ook helpen. Je hebt immers geen keus. Als je baby huilt, heeft hij jou nodig. Laten huilen is nu nog geen optie. Wees je ervan bewust dat je deze verantwoordelijkheid niet alleen draagt. Ook al geef je borstvoeding, je bent samen ouders van jullie kindje. Overleg, praat en deel met elkaar! Dit kan je ook enorm helpen om met bepaalde onzekerheden om te gaan. Dé tip: laat internet voor wat het is en bel je moeder! Of je zus, vriendin, schoonmoeder, tante of broer. Mijn ervaring is dat internet je onzekerheid vaak alleen maar voedt. Even je hart luchten doet vaak al wonderen. Heb je echt twijfels? Schakel dan een professional in. Bel de huisarts, het consultatiebureau, de verloskundige, de lactatiekundige, ze zijn er allemaal om jou en je baby te helpen!

Voeden
Of je nu borst- of kunstvoeding geeft, het voeden is vaak de grootste bron van onzekerheid bij jonge ouders. Krijgt je kindje genoeg? Hoe vaak moet je voeden? Moet je je baby wakker maken voor een voeding? Moet je voeden op verzoek of op de klok? Wat is normaal?
Ook hierover lees je op internet de meest uiteenlopende verhalen en adviezen. Bij mij enkel een aanwakkering van mijn onzekerheid. Ook hier maar één tip: heb vertrouwen! Als je borstvoeding geeft, heb dan vertrouwen in je eigen lijf en in je baby. Zowel je borsten als je baby geven signalen af als het tijd is om te drinken. Kijk naar je baby, observeer en leer. Volledig voeden op verzoek wordt vaak geadviseerd bij borstvoeding, maar dit is echt niet de enige juiste manier. De eerste één a twee weken gaat het vaak vanzelf op verzoek. Maar, ik merkte bijvoorbeeld al vrij snel dat als ik mijn baby netjes om de 3 uur wakker maakte voor een voeding, hij simpelweg niet wilde drinken. En als hij uit zichzelf al na 1,5 uur weer leek te willen drinken, was het twee teugen en klaar. Beide werkte voor mij en mijn zoontje niet. Wakker maken voor een voeding heb ik dus al vrij snel niet meer gedaan. Ik ben van mening dat je er echt op kan vertrouwen dat je kindje het aangeeft als hij honger heeft. En hij gaat zeker niet dood als hij een keertje een voeding 'overslaat'. Ook te snel voeden, bleek veel te vermoeiend voor mij en mijn zoontje. Dus, een beetje naar de klok kijk ik wel. Ik laat hem natuurlijk echt niet een uur huilen van de honger, maar hij moet wel effectief drinken als ik hem aanleg. Soms is even een pinkje (of speentje, ojee, wat zeg ik nu?) geven een prima middel om te checken of je baby echt honger heeft of gewoon even wil zuigen en bij je wil zijn. De zuigbehoefte van jonge baby's is vaak veel groter dan nodig is om te drinken. Elke keer blijven aanleggen als dat mondje opengaat, zou er bij mij voor hebben gezorgd dat ik weken lang niks anders deed dan voeden. Zelf wilde ik dat zo niet en dus ben ik er wat meer ritme in gaan aanbrengen op deze manier.
Maar, er is hier echt geen goed of fout. Jij kiest wat past bij jou en je baby. Als volledig voeden op verzoek voor jou de beste manier is, vooral doen! En als je meer houvast wilt, neem die dan! Het enige wat altijd belangrijk is, is kijken naar je baby. Is hij tevreden en drinkt hij goed? Dan doe je het goed!
Een echte gouden tip bij het geven van borstvoeding: maak een afspraak met een lactatiekundige als het niet lekker loopt. Je kunt ze overal vinden en vaak kun je via de kraamzorg ook bij iemand terecht.

Geef je kunstvoeding of wil je overstappen op kunstvoeding? Ook dat is jouw keuze en zeker geen verkeerde! Doe wat bij jou past en goed voelt. Wel vergt het geven van borstvoeding enig uithoudingsvermogen. Het is niet gelijk leuk en genieten, maar de eerste weken (en soms maanden) gewoon hard werken. Stel je hierop in en bedenk van te voren wat je wilt. Wil je heel graag borstvoeding geven? Houd dan vol! Het gaat steeds meer vanzelf, echt waar! Maakt het je niet zo veel uit? Maak het jezelf dan niet moeilijker dan nodig is en stap over als het niet gaat.

Krampjes enzo
Ook van die leuke dingen waar je totaal niet op voorbereid bent. Krampjes, reflux, moeite met poepen, niet willen slapen... Deze dingen kunnen erg lastig zijn en je kunt je er ook eigenlijk niet op voorbereiden. Bijna alle baby's krijgen in meer of mindere mate last van krampjes. Vaak beginnen ze ergens tussen de tweede en vierde week en nemen ze af rond een maand of twee. In hoeverre jouw baby last heeft van krampjes en hoelang, zul je moeten afwachten. Krampjes ontstaan voornamelijk doordat de darmen van je baby nog niet rijp zijn. Er zitten nog kleine gaatjes in die dicht moeten groeien. Voordeel van borstvoeding is dat deze een beschermend laagje rondom de darmwand aanbrengt. Kinderen die borstvoeding krijgen zijn dan ook vaak sneller van de krampjes af dan kinderen die kunstvoeding krijgen. Echter, bij borstvoeding kan het voedingspatroon van de moeder ook (negatieve) invloed hebben op de krampjes en dat heb je bij kunstvoeding natuurlijk weer niet.
Daarnaast moeten baby's leren boeren. Vrijwel alle baby's krijgen wat lucht binnen tijdens het drinken. Hoe vaker een baby aanhapt, hoe meer hij binnenkrijgt. De darmen van een jonge baby zijn nog erg nauw wat ervoor zorgt dat die lucht moeilijk weg kan. Dit belemmert de doorstroom wat krampjes tot gevolg heeft.
Bij baby's die een fles krijgen (met borst- of kunstvoeding) kan het soort fles nog invloed hebben op hoeveel lucht een baby binnenkrijgt. Meestal leren baby's vanzelf beter boeren na verloop van tijd. Tip: Zowel bij drinken aan de borst als drinken uit een fles is het belangrijk je baby goed te laten boeren. Investeer hierin door na de voeding je baby goed rechtop te houden en zachtjes op zijn rugje te kloppen. Ook kan een speciale fles en goede aanlegtechniek helpen om ervoor te zorgen dat je baby minder lucht binnen krijgt tijdens het voeden.

De meeste middeltjes tegen krampjes spelen in op het makkelijker kwijt kunnen van de lucht. Ze hebben wellicht allemaal een andere werkzame stof, maar het doet in principe hetzelfde. Als je baby moeite heeft met boeren, kan zo'n middeltje helpen. Boert (en windt) je baby goed, dan zal het weinig extra doen.

In uitzonderlijke gevallen hebben de krampjes te maken met een overgevoeligheid voor een bepaald soort voedsel (meestal koemelk). Echter, hier is maar sprake van bij 3-4% van de Nederlandse baby's. En meestal gaan de krampjes dan gepaard met meerdere klachten. In de meeste gevallen is het dus een kwestie van uitzitten en wachten tot de darmpjes van je baby vanzelf goed gerijpt zijn. Houden de klachten na 3 maanden aan of worden ze erger? Dan is het verstandig om met de kinderarts te kijken of er inderdaad sprake is van een voedselovergevoeligheid of iets anders.

Ontwikkeling in de eerste maanden (in vogelvlucht)
Je baby ontwikkelt zich razendsnel die eerste maanden. Je zult elke week merken dat hij weer iets sterker is, helderder uit zijn ogen kijkt, meer geluidjes maakt en anders gaat bewegen. Het eerste wat je op zal vallen is waarschijnlijk dat hij zijn hoofdje steeds iets beter zelf op kan tillen en om kan draaien. De motorische ontwikkeling van kinderen gaat van boven naar beneden, en begint dus bij zijn nekspieren. Je kunt dit vanaf het begin al zien en je kan ermee oefenen door je baby regelmatig even op zijn buik te leggen, zodat hij zijn hoofdje op gaat tillen en om gaat draaien. Met een maand of drie/vier kunnen de meeste baby's hun hoofd goed omhoog houden.
Ook zul je vrij snel een lachje zien bij je baby. In de eerste weken zijn dit vaak nog meer een soort stuiptrekkingen, maar met een week of vier zijn dit toch wel echte lachjes! Met zes weken gaat je baby zelfs gericht naar jou lachen als ouder en zul je merken dat hij je duidelijk herkent.
Zijn gezichtsvermogen wordt steeds beter en waar hij eerst voornamelijk zwart-wit zag, gaat hij gedurende de tweede maand steeds meer en beter zien. Opvallend genoeg lijken de meeste baby's een voorkeur te hebben voor de kleur rood. Deze kleur lijkt ze al heel snel aan te trekken. Probeer het maar eens uit door iets roods in je baby's blikveld te leggen!
Met twee maanden zijn de handjes van je baby ook steeds beter ontwikkelt. Hij kan ze niet alleen beter zien, maar hij gaat ze ook gerichter gebruiken. Zo zal hij alles wat hij tegenkomt vastpakken (en stevig ook) en gaat hij gericht op zijn handjes sabbelen als hij honger heeft. Sommige baby's gaan zelfs hun duim al in hun mond stoppen.
Rollen doen de meeste baby's rond een maand of vier/vijf en zitten als ze iets ouder dan een half jaar zijn. Daarna komt het kruipen met een maand of acht en gaan staan een maand later. Een beetje langs de tafel lopen komt nog weer een maand later en echt zelfstandig lopen doen de meeste kinderen zo rond het eerste jaar. Ook het eerste woordje kun je rond deze tijd verwachten.

Kan ik mijn kind verwennen?
Dit is een veel gestelde vraag in mijn praktijk. Hierbij moet duidelijk gemaakt worden wat het verschil is tussen ergens aan wennen en je kind verwennen. Vanaf de geboorte kunnen baby's al aan bepaalde patronen en rituelen wennen. Dit is ook goed. Dit geeft duidelijkheid voor je baby. Zo kan het handig zijn om al vrij snel een zelfde avondritueel aan te houden, zodat je baby lekker gaat slapen in zijn bedje. Van verwennen is echter in de eerste maanden nog geen sprake. Ongeveer tot een half jaar kun je je kind niet verwennen. Laten huilen is dan ook tot een maand of vijf/zes echt geen goed advies. Je baby heeft deze tijd nodig om erop te vertrouwen dat je komt als er wat is. Pak je baby dus gerust op als hij huilt en wees niet bang dat je hem daarmee verwent! Na een half jaar gaan kinderen steeds meer patronen herkennen en gaan ze dingen verwachten. Nu kan er dus wel sprake zijn van 'verwennen'. Het is daarom handig om voor het half jaar er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je baby in zijn eigen kamer slaapt, mocht je dit willen. Na het half jaar kan het moeilijker worden om je baby ergens anders te slapen te leggen dan hij gewend is. Leer je baby ook voor die tijd om zelf in slaap te vallen door hem moe, maar wakker op bed te leggen. In het begin zal hij jouw hulp misschien nog nodig hebben om rustig in slaap te vallen, maar na verloop van tijd kun je hem 'aanleren' dit zelf te kunnen. Mocht je als ouder denken dat je baby dit niet kan: als je baby 's nachts langer dan 2 uur slaapt, dan kan hij zichzelf in slaap krijgen. De meeste baby's hebben namelijk een slaapcyclus van 1,5 uur. Als hij dus langer dan dat slaapt, zal hij zeker weten tussendoor even wakker zijn geweest om vervolgens zelf weer in slaap te vallen.
Kijk tot een maand of vijf/zes goed naar de signalen die je baby geeft en speel hierop in. Houdt vaste rituelen aan om het voor je baby duidelijk te maken wat er gaat komen. Na een half jaar kan het lastig worden om dingen ineens anders te gaan doen, omdat je baby dan duidelijk dingen gaat verwachten. Zorg dus voor die tijd dat je bepaalde dingen hebt afgebouwd die je niet wilt of kunt volhouden.

Tot slot, je voorbereiden op de komst van een (eerste) kindje is lastig. Veel zul je gaandeweg moeten ontdekken en leren. Praat vooral met anderen die al moeder zijn. Aan een ervaringsdeskundige heb je soms meer dan een deskundige! Doe het verder op een manier die bij jou past en goed voelt. Je mag zeker op je moeder-/vader-instinct vertrouwen! En vergeet niet te genieten van je kleine wondertje! Misschien word je in het begin gek van iedereen die dit zegt. Het is ook veel gewoon hard werken in de eerste maanden. Maar, dat eerste lachje, de lieve geluidjes en de ontwikkelingssprongetjes zijn echt dingen die je er doorheen kunnen trekken als je het even te zwaar vindt!
En probeer te bedenken dat het voor je baby ook een hele opgave is om de wereld te ontdekken en groot te groeien. Hij doet zijn best!