Kinderen vragen. Kinderen vragen volop en de hele dag door. Ze denken niet dat hun vragen dom zijn en ze denken al helemaal niet dat zij dom zijn. Als ze iets niet weten, vragen ze het. Een simpele constructie die vaak uitermate goed werkt.
Wij vragen niet. Wij denken alles zelf te (moeten) weten en kunnen. Wat is dat toch? Dat vragen stellen een taboe is. Dat zeggen: 'ik weet het niet' een zwakte is... Dat we ons liever ergens doorheen bluffen dan een ander vragen ons te helpen. Ook als het gaat om opvoeden. Vaak juist als het gaat om opvoeden. Waarom is dat toch?
Met het oog op de week van het jonge kind, waar ik met mijn bedrijf Parenting Company op de informatiemarkt sta van het openingscongres in Amsterdam op 10 april, hier een blogpost over vragen. Vragen over opvoeden die gesteld mogen worden. En antwoorden. Antwoord op de vraag waarom wij onze vragen niet meer stellen. Hoe is dat zo gekomen? En waarom denken wij perfect te moeten zijn?
Voorlichting en ondersteuning omtrent de opvoeding van onze jonge kinderen mag geen taboe meer zijn!
De perfecte ouder
De perfecte ouder. Gelijk maar een vraag: wie is dat? Ken jij die ouder? Ik niet. En als jij hem of haar wel kent: wat maakt het de perfecte ouder? Denkt 'ie daar zelf ook zo over?
Perfectie is maar iets raars. Wat is perfectie? Betekent perfect zijn dat je nooit fouten maakt? Of betekent perfect zijn dat je fouten maakt en ervan leert? Vaak definiëren wij perfectie als dat eerste: zonder fouten. En dat maakt perfectie voor een ieder van ons een onhaalbaar doel.
Toch lijken wij ernaar te streven. In ons werk, in onze relatie én in de opvoeding van onze kinderen. Tenminste, dat beeld geven we met z'n allen af. We willen alles zelf doen, zonder hulp en daarbij ook nog eens alles goed en zonder fouten. Dan streven we toch naar perfectie? En streven we dan dus niet naar iets wat we nooit zullen behalen?
We kunnen namelijk niet alles zelf en we kunnen al helemaal niet alles zelf en altijd goed. Gisteren nog, sneed ik bij het snijden van de sla in mijn duim. En dat was niet de eerste keer... Mijn vriend stelde voorzichtig voor om eens een andere snijtechniek te proberen. En daar heeft hij wel een punt. Een cursusje 'veilig koken' zou voor mij geen overbodige luxe zijn. Maar, waarom vind ik het toch zo lastig om toe te geven dat hij daarin gelijk heeft? Waarom vind ik het zo moeilijk om te zeggen: hier ben ik niet goed in, wil jij mij het leren?
Ook ik denk regelmatig dat toegeven dat ik iets niet kan, zwak is. Dat dat mij als persoon minder waard maakt. Waar komt dat rare beeld vandaan?
Wat is onze maatstaf eigenlijk? Aan wie meten we onszelf? Wij bepalen niet in ons eentje wat goed is en wat niet. Dit is een maatschappelijke beweging. Waar het vroeger 'goed' was als je als vrouw thuis voor je kinderen zorgde, is het nu 'goed' als je het 'lekker druk' hebt op je werk én drie kinderen keurig opvoed. Ons beeld van 'perfectie' verschuift en wij verschuiven mee. De maatstaf ligt hoger en hoger. En als de buurvrouw het kan, dan moet ik het ook kunnen. Of de buurvrouw het kan, weten we trouwens niet. Want, wat de buurvrouw kan staat op Facebook, maar wat de buurvrouw niet kan, staat nergens. En zo denken we dat iedereen om ons heen 'perfect' is en streven wij eveneens naar deze onhaalbare 'perfectie'.
De bewuste ouder
Misschien is perfect willen zijn wel helemaal niet iets van de laatste tijd. Het zou heel goed kunnen dat onze moeders en oma's ook beter af wilden steken tegen de buurvrouw. Verschil is alleen dat hun vergelijkingsmateriaal een stuk beperkter was. Er was geen Facebook, geen Twitter en geen Jo Frost op tv. Nee, er waren de buren in de supermarkt en er was een boek, één boek. En dat boek had je waarschijnlijk gekregen van je moeder. En je moeder was de belangrijkste maatstaf. Dat was het. En zoals we zien bij alle diersoorten werd kennis overgegeven van generatie op generatie (mooi geïllustreerd trouwens in de prachtige serie 'Life story' van de BBC) . Toen mijn moeder klein was, was het doodgewoon dat haar oma (dus de moeder van mijn oma) bij hen in huis woonde. Reken maar dat mijn oma regelmatig bij haar moeder te rade ging als het ging over de opvoeding van haar kinderen. En wat haar moeder dan zei, daar deed ze het mee. Natuurlijk wist zij hoe het zat, zij had immers jarenlang ervaring.
Een simpele, maar zeer effectieve methode.
Nu zijn er verschillende redenen waarom wij dat tegenwoordig een stuk minder doen. En we kunnen onszelf eens flink achter de oren krabben en vragen: waarom schakel ik mijn moeder niet meer in als ik het niet weet? Een goede vraag, zeker wel. Maar, een deel van het antwoord ligt in iets wat we ook niet kunnen oplossen.
Waar mijn oma haar moeder nog om advies kon vragen om zo'n beetje alles, is dat bij mijn moeder al een stuk lastiger. En voor mij geld een extreem overtreffende trap. We leven in een stroomversnelling van ontwikkelingen. Niet alleen heeft mijn moeder haar kinderen opgevoed in een tijd waarin er enkel Sesamstraat op tv was op de vroege avond, maar ook heeft zij geen idee wat opvoeden met Facebook, Twitter en Jo Frost betekent. Ik kán haar niet eens vragen hoe zij het vroeger deed als ze een zogenaamde 'supernanny' op tv zag en daar dan onzeker over werd. Wat moet ik doen als ik dan vervolgens op Twitter allerlei tegenstrijdige berichten lees? Nu weet ik echt niet meer of ik het nog wel goed doe...
We zijn enorm bewuste ouders geworden. We zien, horen en lezen zo ontzettend veel informatie dat we er alleen maar onzeker van worden.
Vanwege onze perfectie durven we vervolgens geen advies meer te vragen. Maar, mocht je dat een keertje wel durven, heb je geen idee meer bij wie je dan terecht kunt. Je moeder kan je niet altijd meer helpen in deze stroomversnellende maatschappij, de huisarts heeft geen kaas gegeten van opvoedondersteuning, jeugdzorg ga je echt niet bellen en op internet lees je alleen maar wat je fout doet... Gevaar is dat we dan in ons eentje maar een beetje het strafstoeltje van Jo Frost gaan uitproberen thuis. En dan heb ik echt maar één advies: vraag alsjeblieft!
De werkende ouder
Dus, wij zijn een perfecte ouder, wij zijn een bewuste ouder, maar bovenal zijn wij tegenwoordig een werkende ouder. Iets wat het contrast met onze moeders en oma's ook al zo groot maakt. Misschien toen al wat ouderwets, maar mijn moeder zat vroeger elke dag klaar met een kopje thee als ik uit school kwam. Opvoeden deed zij, met een beetje hulp van mijn vader, nagenoeg alleen. Advies won ze in bij mijn oma (haar moeder dus) en ze zal allicht een boek gehad hebben a la docter Spock.
Hoe anders is het nu: papa werkt 5 dagen, mama werkt 3 dagen, oma kan maar één dagje oppassen, want die werkt ook nog. Voor de overige twee dagen is er de kinderopvang. Daar werken de leidsters parttime, dus op maandag is er juf a en juf b en op donderdag is er juf a en juf c. Drie juffen dus. Omdat de kinderen al om 18.00 gehaald moeten worden en papa en mama dat niet redden, is er de oppas.
Even tellen: papa, mama, oma, 3 juffen en 1 vaste oppas. 7 opvoeders!!! Dat is wel even iets anders dan één generatie eerder, met 1, 2 of hooguit 3 vaste opvoeders. En dan is dit nog een gemiddelde situatie. Reken er nog een au pair, een extra oppas en een extra juf bij en je zit op 10...
Tja, geen wonder dat onze kinderen een stuk opstandiger lijken te zijn dan vroeger. 7 mensen om je aan te hechten, 7 mensen die anders met je omgaan, maar waar je wel naar moet luisteren en in het ergste geval ook nog 7 situaties met elk zijn eigen regels.
(Veel) werken heeft niet alleen tot gevolg dat onze kinderen veel verschillende opvoeders hebben. Het zorgt ook voor een ander probleem: de lastige overschakeling van werk naar huis. We werken tot het eind van de middag of tot vroeg in de avond, we halen nog net voor sluitingstijd onze kinderen op van het kinderdagverblijf (als dat al lukt) en dan racen we door naar huis waar er snel gekookt en gegeten moet worden voordat het kinderbedtijd is.
Ik heb echt niks tegen werkende ouders, begrijp me niet verkeerd. Wel heb ik iets tegen een maatschappij die ons het beeld verschaft dat het allemaal samen moet kunnen gaan zonder hulp. En dat we nog ook nog nooit een foutje mogen maken. Hoe zetten we op een goede manier die knop om van werk naar thuis? Hoe zorgen we ervoor dat we meer tijd nemen om deze overschakeling rustig te laten verlopen?
Ik ben een groot fan van de Scandinavische landen waar we zien dat opvoeden én maatschappij veel meer samen gaan. Ouders krijgen bij voorbaat al een cursus opvoeden als hun kindje geboren wordt. Niet omdat er geen vertrouwen is in de mensen, maar juist om mensen meer vertrouwen te geven dat zij om kunnen gaan om alle uitdagingen die de huidige maatschappij biedt. Ouders (ook vaders!) krijgen stukken meer ouderschapsverlof om zelf voor hun kindje te kunnen zorgen. Kinderopvang is gratis of stukken goedkoper en dus haalbaar voor alle ouders. Kinderopvang werkt en denkt veel meer samen met de ouders en geeft kinderen tussen-de-middag een gezonde warme maaltijd. Kinderen worden niet pas om 18.00u opgehaald, maar vaak al om 16.00u. En wat blijkt? De economie groeit, juist omdat ouders beiden kunnen blijven werken. Het begrip burn-out kennen ze er bijna niet en er is stukken minder criminaliteit onder jongeren.
Misschien kunnen wij daar langzaamaan eens wat van gaan overnemen. En ik weet, een grote verantwoordelijkheid ligt hier bij de overheid. Maar, ook als ouders kunnen we opstaan! We kunnen ons werk misschien anders indelen om net een uurtje eerder weg te gaan elke dag. We kunnen kiezen voor kinderopvang die meedenkt en onze kinderen een goede maaltijd geeft tussen-de-middag.
We kunnen met elkaar in gesprek gaan over opvoeden. Over de opvoeding van JOUW kind. En als we het in deze ingewikkelde situatie soms even niet meer weten, dan mogen we onze vragen stellen.
Niemand is perfect en niemand weet alles. Wat een verademing kan het zijn om eens te zeggen: 'dit weet ik niet' of 'hier heb ik hulp bij nodig'. Schaam je niet om je goed voor te bereiden op de komst van je kindje door alvast een opvoedcursus te volgen. Schaam je vooral niet als je een professional eens laat meekijken, omdat je het antwoord niet meer ziet. Maar, vraag ook vooral aan elkaar! Denk even aan je eigen kind die schaamteloos alles vraagt wat hij niet weet. Vragen mag!