Vader: "Nog 200 kilometer."
Na een minuut, vraagt het kind: "En nu?"
Vader: "Nog 198 kilometer."
Na weer een minuut, vraagt het kind opnieuw: "En nu?"
Vader: "Nog 195 kilometer."
Nog een minuut later, vraagt het kind: "En nu?"
Dan zegt de vader: "Nog 300 kilometer."
Het kind kijkt verbaasd naar de vader: "En net was het nog 195!"
Vader: "Ja, maar als je zo blijft zeuren, duurt het veel langer."
Soms heb je wel eens helemaal genoeg van een zeurend kind. Kinderen die maar dezelfde vragen blijven stellen of kinderen die maar blijven zeuren om nog een koekje. Op het moment zelf lijkt het soms het makkelijkst om je kind maar gewoon zijn zin te geven. Dan ben je eindelijk van het gezeur af. En morgen zie je wel weer opnieuw. Maar ja, soms duurt iets nou eenmaal even en soms kan je nou eenmaal niet alle koekjes uit de supermarkt in je wagentje leggen. Wat dan?
Zeuren, wat is dat eigenlijk?
Wanneer vind je dat een kind zeurt? Wanneer vind je dat jouw kind zeurt? Vandaag nog hoorde ik een moeder zeggen over het twee-jarige zoontje van een vriendin: "Ik vind een uur lang vragen om iets waarop ik al drie keer 'nee' heb gezegd, zeuren." De moeder van het kind vond dit geen zeuren en liet het gedrag van haar zoontje toe.
Een precieze definitie van zeuren bestaat niet. Ten minste, het woordenboek heeft er uiteraard wel eentje ('langdurig aanhouden om de zin te krijgen'), maar wat jij zeuren vindt, daar gaat het om!
Net als met al het onwenselijke gedrag, bepaal jij wat je onwenselijk vindt en wat je wilt afleren.
Een belangrijk onderscheidt moet hier wel gemaakt worden tussen 'zeuren' en 'een kind de zin geven'. Zoals de definitie uit het woordenboek al zegt, heeft zeuren meestal tot doel om de zin te krijgen. Een kind zijn zin geven terwijl jij daar niet achter staat, is wat mij betreft nooit goed. Niet om zeuren te voorkomen en ook niet om het zeuren te stoppen. 'De zin willen hebben' kan dan op zichzelf als ongewenst gedrag worden beschouwd. Het middel om de zin te krijgen, namelijk het 'zeuren' is op zichzelf ook ongewenst gedrag. Hier gaat deze post verder op in.
Zoals gezegd, bepaal jij de definitie van zeuren. Toch wil ik hier wel het een en ander meegeven, bij het bepalen van de 'zeurgrens'.
Ten eerste, sommige ouders beschouwen een kind die veel vragen stelt al als een 'zeurpiet'. Waarom is de lucht blauw? Hoe zwaar is de wereld? Wat eten we vanavond? Hoe laat komt papa thuis? Waarom moet ik naar zwemles? Mag ik een koekje? Waar komen baby's vandaan? Soms vraagt een kind je de hele dag door de oren van het hoofd over van alles en nog wat. Steeds geduldig antwoord geven op al deze vragen (waarop het antwoord soms ook nog best ingewikkeld is), is lastig. En het is heel begrijpelijk dat je aan het eind van zo'n dag deze vragenstroom even zat bent en je kind het moet bekopen met een 'daarom' of 'dat leg ik je nog wel eens uit'. Vraag jezelf in zo'n situatie af: 'Vind ik dit zeuren?' en dus: 'Vind ik dit ongewenst gedrag?' Is het antwoord 'ja' dan kun je dit gedrag afleren (hoe, lees je hieronder). Is het antwoord 'nee' probeer je kind dan uit te leggen dat je snapt dat hij alles wil weten, maar dat jij nu even geen tijd hebt om uitgebreid op zijn vragen in te gaan. Stel een alternatief voor, een moment waarop je wel tijd hebt of verwijs je kind naar de andere ouder of een oudere broer of zus.
Probeer je daarnaast te beseffen dat kinderen nieuwsgierig zijn en dat nieuwsgierigheid geen verkeerde eigenschap is en dus ook niet als ongewenst gedrag dient te worden gezien. De manier waarop een kind die nieuwsgierigheid uit, kan door jou wel als ongewenst gedrag worden beschouwd, maar wees voorzichtig in het benaderen hiervan. Je wilt niet dat je kind niks meer durft te vragen.
Ten tweede, kinderen, en vooral jonge kinderen, testen grenzen uit. Zeuren is een manier om jouw grens te testen. Wat moet ik doen om mijn zin te krijgen? Hoe lang moet ik vragen om een koekje totdat ik het krijg? Veel kinderen zullen hier niet zo heel bewust mee bezig zijn, maar onbewust zeker wel. Jonge kinderen zijn, hoe vervelend dit wellicht klinkt, kleine egoïstjes. Ze zijn vooral bezig met zichzelf en het vervullen van hun eigen behoeften. Dit maakt ze soms ongelooflijk volhardend in het krijgen van hun zin met lang zeuren tot gevolg. Wat ik hier vooral mee wil zeggen, is: probeer dit te begrijpen. Kinderen zeuren niet bewust om jou te pesten (jonge kinderen doen nooit iets om jou te pesten), maar kinderen zeuren omdat ze hun zin willen én omdat ze in het verleden waarschijnlijk hebben geleerd (of gezien bij anderen) dat zeuren werkt.
Hoe je een einde kan maken aan het zeuren van je kind, lees je hieronder.
Straffen en belonen: de box van Skinner
Vind jij dat je kind zeurt en vind je dit ongewenst? Beloon dan vooral het zeuren niet! De beste manier om ongewenst gedrag af te leren, is het gedrag te negeren. Vraagt je kind om een koekje en is jouw antwoord 'nee', dan zou dit genoeg moeten zijn. Blijft je kind vragen om een koekje? Bepaal jouw grens. Wanneer vind jij het zeuren? Je kunt je antwoord nog eens herhalen en je kind uitleggen dat blijven vragen niet het gewenste resultaat oplevert. Straffen in deze situatie ben ik niet voor. Een kind straf geven (bijvoorbeeld even apart zetten), is ook een vorm van aandacht geven en in die zin soms ook een soort beloning. Daarom is het beter ongewenst gedrag te negeren. Als je kind blijft vragen om het koekje en jij negeert je kind, is de lol er snel af.
Eén voorwaarde is hier wel op van toepassing: wees consequent. Consequent zijn is in de opvoeding regelmatig van groot belang. Jonge kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid. 'Nee' is 'nee' en 'ja' is 'ja'. Dat was gisteren zo, dat is vandaag zo en dat zal morgen ook zo zijn.
Als we ongewenst gedrag, in dit geval zeuren, willen afleren, is consequent zijn van een nog groter belang. Af en toe toegeven is zelfs nog erger dan altijd toegeven. Dat wordt duidelijk in het voorbeeld hieronder dat het experiment van Skinner beschrijft over conditionering.
De box van Skinner
Nadat Pavlov de conditionering had ontdekt met zijn beroemde hond, bedacht Skinner een experiment om de conditionering verder te testen.
Hij bouwde een box waar een klein dier in paste. In de box zat een hendeltje en een voedseldispenser. Een rat werd in de box gezet. Als de rat per ongeluk op de hendel drukte, kwam er eten uit de dispenser, een beloning voor de rat.
Nu wilde Skinner weten hoe deze beloning het gedrag van de rat zou beïnvloeden. Zou de rat onthouden dat op de hendel drukken, hem eten verschafte en dus opnieuw op de hendel drukken als hij in de box werd gezet? Dit bleek het geval, de rat leerde dat hij beloond werd met eten voor zijn gedrag.
Skinner ging verder met zijn experiment. Hij hard nu drie boxen en drie ratten. Alle drie de ratten waren eerder ‘geconditioneerd’ in de box. Ze wisten dus dat op de hendel drukken, hen eten verschafte.
In de eerste box bleef dit ook zo voor de rat. Zodra de rat honger had, drukte hij op de hendel en kreeg hij eten.
In de tweede box kreeg de rat geen eten meer als hij op de hendel drukte.
In de derde box kreeg de rat soms eten bij het drukken op de hendel, maar vaak ook niet.
Het opvallende was, dat de rat in de eerste box, regelmatig op de hendel drukte. Hij werd gelijk beloond en stopte dan.
In de tweede box bleef de rat gedurende enige tijd op de hendel drukken, maar kreeg uiteindelijk in de gaten dat zijn gedrag geen zin had, hij stopte en keek niet meer naar de hendel om.
In de derde box bleek de rat ongelooflijk volhardend. De rat bleef als een gek op de hendel drukken, omdat hij geen idee had wanneer hij eten zou krijgen.
Wat leert Skinner ons?
Wat vertelt dit experiment ons? De eerste rat in het experiment kunnen we vergelijken met een kind die altijd zijn zin krijgt. Hij vraagt ergens om (de rat drukt op de hendel) en krijgt dit ook (de rat krijgt eten). Dit kind zal niet veel zeuren ( de rat drukt niet niet continue op de hendel), dit is immers niet nodig.
De tweede rat in het experiment kunnen we vergelijken met een kind die nooit zijn zin krijgt. Als hij iets vraagt (de rat drukt op de hendel), krijgt hij het niet (de rat krijgt geen eten). Hij zal in het begin misschien nog wel eens zeuren (de rat drukt herhaaldelijk op de hendel), maar uiteindelijk zal hij leren dat zeuren geen zin heeft (de rat krijgt geen eten, wat hij ook doet).
De derde rat kunnen we vergelijken met een kind die soms zijn zin krijgt en soms niet. Als hij iets vraagt (de rat drukt op de hendel) krijgt hij vaak zijn zin niet (de rat krijgt geen eten), maar als hij blijft zeuren, krijgt hij soms wel zijn zin (de rat krijgt soms wél eten als hij op de hendel drukt). Dit zorgt ervoor dat het kind urenlang kan blijven zeuren, want hij heeft geleerd dat hij soms wel beloond wordt. Aangezien hij niet weet wanneer dit wel en wanneer dit niet geval is, loont het de moeite om het steeds maar weer te proberen.
In het voorbeeld zien we dat rat 3 die soms beloond wordt voor zijn gedrag, niet meer ophoudt met vragen om eten. Precies ditzelfde gebeurt er bij kinderen die soms wel beloond worden voor hun zeur-gedrag en soms niet. Ze blijven volhouden, want wie weet krijgen ze hun zin.
Wat moeten we dan wél doen?
Zeuren belonen we niet, maar zeuren negeren we. Altijd, bij elke opvoeder. Geef niet alleen een 'nee', maar leg ook uit. Als je kind niet begrijpt waarom hij om 17.00u geen koekje mag, is de kans groter dat hij toch blijft zeuren. Leg één keer duidelijk uit dat hij bijna gaat eten en dat nu nog een koekje eten ervoor zorgt dat hij straks zijn eten niet opkan, omdat hij dan al vol zit. Vertel je kind eventueel ook wanneer hij wel een koekje mag. Hebben jullie de afspraak dat er elke dag om 15.00u thee en een koekje genuttigd wordt? Herinner je kind daaraan en vertel hem dat hij morgen om 15.00u weer een koekje krijgt, net als gisteren en net als vandaag.
Blijft je kind zeuren? Dan is negeren de beste oplossing. Ga verder met waar je mee bezig was en geef je kind pas weer aandacht als het zeuren is gestopt.
Mocht het te erg uit de hand lopen en je kind gaat ander ongewenst gedrag vertonen wat voor hemzelf of zijn omgeving gevaar kan opleveren (agressief gedrag bijvoorbeeld), haal hem dan uit de situatie, zet hem apart en vertel hem waarom je zijn gedrag afkeurt. Houdt de methode van de naughty chair juist aan.
Beloon daarnaast ook vooral gewenst gedrag. Vraagt je kind netjes om een koekje? Beloon je kind dan door te zeggen dat je vindt dat hij dat heel netjes gevraagd heeft. Mocht je het moment passend vinden om ook een koekje te geven, geef je die. Mocht je het moment niet passend vinden, leg dan uit zoals hierboven beschreven dat je kind nu geen koekje krijgt.
Laat je kind ook aan het eind van de dag weten dat je heel trots op hem bent, omdat hij vandaag niet gezeurd heeft om een koekje. Een beloningssysteem in de vorm van stickers, is erg lastig als het gaat om gedrag wat je niet wilt zien. 'Niet zeuren' is in dit geval gewenst gedrag, maar hier is geen positieve formulering voor. Iets 'niet' doen is moeilijk te concreet te belonen, omdat je kind zo veel 'niet' doet. 'Netjes vragen' lijkt er misschien op, maar als je je kind steeds zijn geeft als hij iets netjes vraagt, loop je het risico dat je hij 20 keer per dag heel netjes om een koekje vraagt. Beloon daarom in woorden (zoals hierboven), maar blijf zelf bepalen wanneer je kind zijn zin krijgt en wanneer niet.
Zodra je vindt dat je kind zeurt, beloon dan nooit, maar negeer hem.
En onthoud: de aanhouder wint! (zorg er dus vooral voor dat jij de aanhouder bent en je kind niet)
Wil je dat ik een keer bij jou thuis kom om je hierbij te coachen? Dat kan! Kijk op www.parentingcompany.nl!