Kind (2) helpt mij met het opvouwen van de was. Hij pakt een hele grote theedoek en probeert deze op te vouwen. Na een tijdje proberen zegt hij: "Ik kan dit niet, ik ben veel te klein!"
In tegenstelling tot het mooie voorbeeld hierboven, denken de meeste jonge kinderen vanaf een jaar of 2 dat ze nergens te klein voor zijn! Ze willen alles zelf proberen en zelf doen. Ook dingen die eigenlijk nog een beetje te moeilijk zijn. Dit levert zo nu en dan de nodige frustratie op, maar vaak ook veel trots bij zowel kind als ouder. En hoewel kinderen soms meer willen dan ze kunnen, is het voor ouders belangrijk om te beseffen dat kinderen meer kunnen dan je vaak denkt!
Voordoen, samen doen, alleen doen, zelf doen
Voordat een kind iets alleen en zelf kan, kijkt hij het eerst af van jou. Dit gebeurt bij de 'dagelijkse' dingen als leren lopen en praten, maar ook bij de moeilijkere klussen als je rits dicht doen en je schoenen aantrekken.
Als een kind de kunst heeft afgekeken, zal hij gaan proberen om het zelf te gaan doen. Natuurlijk lukt dit nog niet gelijk de eerste keer en daarom help je hem. Van voordoen aan je kind, ga je naar samen doen met je kind. Lopen gaat nog niet alleen, maar wel aan de hand(en) van papa of mama. Na een tijdje samen doen en steeds een beetje minder helpen, gaan we over naar alleen doen. De eerste stapjes kunnen worden gezet zonder dat papa of mama helpt. We blijven in de buurt en vangen op, maar de weg naar zelfstandigheid is ingeslagen! Na een tijdje alleen doen met hulp op afstand is de tijd van helemaal zelf doen aangebroken. Je kind kan lopen en we kunnen hem met een gerust hart zelfstandig laten ontdekken.
Alle vaardigheden die een kind zich eigen maakt, doorlopen deze fasen. Soms ben je hier bewust mee bezig, zoals in het voorbeeld over leren lopen. Op andere momenten echter ben je je hier misschien minder van bewust. Probeer je te realiseren dat jij al vanaf een heel vroeg stadium voorbeeld bent voor je kind. Zoals jij het doet, zo zal je kind het in eerste instantie ook proberen.
Bij het samen doen, is het goed om erop te letten dat je een balans vindt tussen helpen en het je kind laten doen. Sommige kinderen zijn geneigd om snel op te geven: 'Ik kan het niet', 'Mama, wil jij dit tekenen, ik vind dat te moeilijk'. Natuurlijk help je je kind waar nodig, maar probeer ook vooral je kind te stimuleren om dingen wél te doen en zo nieuwe vaardigheden te leren. Stel voor om iets samen te doen, in plaats van het over te nemen van je kind. Geef je kind complimenten als iets lukt en spreek ook vooral jouw vertrouwen in je kind uit: 'Ik denk dat jij dat heel goed kan!'
Het verschil in wat je kind zelfstandig kan en wat hij kan met hulp van jou als opvoeder, wordt vaak de '
zone van naaste ontwikkeling' genoemd. Door gericht activiteiten aan te bieden die in de zone van naaste ontwikkeling liggen (dus dingen die je kind niet alleen, maar met een beetje of iets meer hulp van jou wel kan) stimuleer je de vaardigheden van je kind én bouwt je kind bovendien zelfvertrouwen op.
Wel is het hierbij belangrijk om goed naar het ontwikkelingsniveau van je kind te kijken. Elke ontwikkelingsfase kent zijn tijd, heel vroeg stimuleren heeft dan vaak geen zin en is enkel frustrerend voor jou en je kind. Als je weet dat je kind de puzzel met 6 stukjes goed alleen kan maken, maak dan samen een puzzel met 8 of 10 stukjes en niet gelijk eentje van 12 stukken.
Zelf doen: wat kan ik wel en wat kan ik niet?
Naast dat het voor jou uitzoeken is wat je kind alleen, wat hij met hulp van jou kan en wat hij nog niet kan, is dit net zo goed voor je kind een ontdekkingstocht. Soms zie je kinderen eindeloos de vaardigheid herhalen waarvan ze weten dat ze die goed kunnen. Laat dit vooral ook toe. Af en toe stimuleren tot het maken van een iets moeilijkere puzzel is prima, maar je kind haalt veel plezier uit het maken van de makkelijke puzzel. Het is nu eenmaal fijn om iets te doen waarvan je weet dat je dat kan. Dat geldt voor jou als ouder vast ook! Het ene kind zal meer willen ontdekken en willen leren dan het andere kind. Hierbij is een stimulerende omgeving van groot belang! Heeft je kind de mogelijkheid om een vaardigheid te oefenen die hij nog niet kan? Denk hierbij niet alleen aan moeilijke puzzels en een loopwagen, maar ook aan je kind dingen zelf
laten doen. Laat je kind zelf zijn jas aan trekken, zijn knoop dicht maken en zijn banaan in stukjes snijden.
Probeer hierbij als ouders ook creatief te zijn. Een banaan snijden kan een kind van 2 prima met een veilig plastic mesje. En je jas aantrekken, is lang zo moeilijk niet, zoals je ziet in het plaatje hieronder.
Geef je kind de mogelijkheid om te doen waar hij goed in is, maar geef hem ook de mogelijkheid om nieuwe dingen te leren!
Zo kan je kind zelf ook ontdekken wat hij wel en wat hij niet kan. Hij kan om hulp leren vragen als iets nog niet alleen lukt en ontdekt
hoe hij nieuwe dingen kan leren.
Copyright www.opgroeikaarten.nl
Zelf doen kost tijd
Iets nieuws leren, kost tijd. Iets zelf leren doen dus ook. Van tijd tot tijd wellicht ook erg frustrerend voor je kind. Hij wil zo graag zelf zijn broek open maken, maar het lukt hem gewoon nog niet. Het mooie is dat kinderen, zo lijkt het misschien niet altijd, een eindeloos geduld hebben. Kinderen raken wellicht snel gefrustreerd als iets niet lukt, maar een jong kind geeft vrijwel nooit op. Kinderen
willen vooral heel graag zelfstandig zijn en dit is een enorme stimulans voor hen om te blijven proberen. Uiteraard is een belangrijke voetnoot hierbij dat dit een duidelijk cultuurgebonden kwestie is. In de Nederlandse (en veelal Westerse) cultuur voeden wij kinderen op tot zelfstandigheid. Op heel veel verschillende manieren komt de boodschap om zelfstandig te worden en dingen zelf te kunnen bij je kind terecht. Daarnaast worden kinderen vaak duidelijk beloond voor hun zelfstandigheid (denk bijvoorbeeld aan het enthousiasme van ouders bij de eerste stapjes of de eerste plas op de wc).
Maar, zelf doen kost ook tijd. Vaak ook net even wat meer tijd, of véél meer tijd, dan als jij het 'even snel' voor je kind doet. Dit maakt dat de verleiding van ouders en opvoeders vaak groot is om de boel over te nemen. Ook als je kind graag zelf zijn jas en schoenen wil aan doen, is het toch sneller als jij het even voor hem doet. Met mogelijk een opstandige driftbui van je kind tot gevolg.
Probeer je kind, ook nu weer, te begrijpen. Hij wil het graag zelf doen, omdat hij weet dat hij het kan of omdat hij het wil leren kunnen. Geef je kind die ruimte. Dat kost op dat moment misschien even iets meer tijd, maar levert je op de lange termijn juist tijd op! En natuurlijk, af en toe heb je haast en moet het 'even snel' dat kan en mag. Maar, probeer bij de dagelijkse dingen de extra tijd mee te calculeren. Wil je met je kind naar de supermarkt? Houd dan rekening met dat beetje extra voorbereidingstijd, zodat je kind rustig zelf zijn jas en schoenen aan kan doen.
Probeer ook de frustratie van je kind te snappen als iets na 100 keer proberen nog steeds niet lukt. Probeer samen naar een oplossing te zoeken. Je eigen schoenen aan doen als je veters hebt, is nu eenmaal lastiger dan als je klittenband hebt. Maak zo nodig een aanpassing hier en daar.
Zelf doen in een stimulerende omgeving
Hij was al even genoemd: de stimulerende omgeving. Dingen leren en vooral ook dingen willen leren, hebben een stimulerende omgeving nodig. Een kind die niet wordt uitgedaagd om dingen zelf te kunnen, zal hier veel minder behoefte aan hebben.
Een stimulerende omgeving bestaat grofweg uit twee facetten: stimulerend en uitdagend (spel)materiaal én stimulerende ouders. Het spelmateriaal is het misschien wel de makkelijkste van de twee. Zeker als je al een ouder kind hebt, heeft je jonge kind automatisch de beschikking over (spel)materiaal wat in zijn zone van naaste ontwikkeling ligt. Als er geen oudere broer of zus is, probeer hier dan als ouder op te letten. Zorg dat er een loopwagen is als je merkt dat je kindje wil gaan lopen, zorg voor uitdagend constructie-materiaal (blokken om mee te bouwen, duplo, lego, treinbaan, etc.) en koop ook wat boekjes en puzzels die nu nog net te moeilijk zijn voor je kind. Zorg er dan vervolgens ook voor dat dit materiaal op een plek ligt waar je kind er makkelijk bij kan. Laat je kind het materiaal zelf ontdekken en observeer wat hij ermee doet. Pakt hij de moeilijke puzzel uit de kast? Laat hem daar gerust mee spelen. Wellicht vraagt hij om hulp, geef die dan. Vraagt je kind niet om hulp, maar zie je wel dat de puzzel te moeilijk voor hem is? Bied dan aan om de puzzel samen te maken.
Naast stimulerend (spel)materiaal zijn stimulerende ouders ook erg belangrijk. Geef je kind vooral de ruimte en tijd om dingen zelf te leren doen. Vermijd gedachten/zinnen als: 'Die puzzel is te moeilijk voor jou', 'Dat kan jij niet' of 'Daar ben je te klein voor'. Grijp ook niet te snel in. Laat je kind rustig even rommelen met zijn rits voordat je het overneemt. Vraag bovendien: 'Zal ik je even helpen?' of 'Zullen we het even samen doen?' in plaats van het zonder waarschuwing over te nemen. Voorstellen iets samen te doen brengt vaak veel meer medewerking van je kind met zich mee dan voorstellen dat jij het even doet.
Daag een kind die het lastig vindt om nieuwe dingen te leren uit om dit wel te doen. Spreek je zelfvertrouwen in je kind uit en stel voor om nieuwe dingen samen te proberen.
En tot slot: veel complimentjes! Als je wilt dat je kind zelfstandig wordt, laat dan vooral merken dat dingen zelf doen gewenst gedrag is. Vertel je kind hoe trots je op hem bent dat hij al helemaal zelf de trap op kan lopen! Zeg dat je het zo fijn vindt dat je kind zelf naar de wc gaat.
En natuurlijk, zoals altijd, geniet van je kind die elke dag weer een beetje meer kan!
Wil je dat ik een keer bij jou thuis kom om je hierbij te coachen? Dat kan! Kijk op www.parentingcompany.nl!