vrijdag 9 januari 2015

Communicatie: contact maken met je kind

Een leidster probeert een kind mee te laten helpen met opruimen en zegt: "Jij mag ook even helpen de knuffels op te ruimen."
Kind (3): "Nee, dat heb ik niet gedaan!"
Leidster: "Jawel, dat heb ik net zelf gezien."
Dit gaat een tijdje zo heen en weer totdat het kind heel kalmpjes zegt:
"Nou, dan ga ik naar huis!"


Regelmatig hoor ik opvoeders en kind over en weer discussiëren over de meest uiteenlopende onderwerpen. Soms levert dat mooie gesprekken op, maar vaak merk ik ook dat er volledig langs elkaar heen wordt gepraat. Opvoeder en kind zitten niet op dezelfde golflengte. Als je een boodschap over wilt brengen op je kind, is het ontzettend belangrijk eerst contact te maken met je kind. Echt contact, op een golflengte die aankomt bij je kind.
Hoe doe je dat? Hoe merk je dat je het goed doet? Wanneer is je kind oost-indisch doof en wanneer komt je boodschap ook daadwerkelijk niet aan?

Contact maken is altijd belangrijk!

Als je een boodschap over wilt brengen op een ander persoon, is contact maken altijd belangrijk. Niet alleen in de communicatie met kinderen, maar ook in de communicatie tussen volwassenen wordt deze stap regelmatig overgeslagen. Je ziet je collega lopen over de gang en stelt gelijk de vraag die je haar nog moest stellen. Ze kijkt even verbaasd en moet diep graven waar je het over hebt. Of je partner komt thuis en je vertelt hem gelijk dat je het toch wel erg vervelend vond dat hij de was niet had opgehangen vanochtend. Er volgt een woordenwisseling waarbij je uiteindelijke het gevoel hebt dat je totaal niet begrepen wordt. Je puber zit voor de tv en je vraagt hem om de tafel te dekken. Na drie keer vragen, stoort het je behoorlijk dat het lijkt of de boodschap nóg niet is overgekomen. Eén van deze situaties, al dan niet allemaal, zal je vast bekend voorkomen. Mij in elk geval wel.

Wat in alle bovenstaande situaties mis gaat, is dat de zender van de boodschap geen contact maakt met de ontvanger. Tenminste, de zender 'tuned' niet in op de golflengte van de ontvanger. Soms komt een boodschap alsnog aan, omdat de ontvanger vrij snel naar jouw frequentie schakelt, zoals in het eerste voorbeeld. Op andere momenten komt er wel een gesprek, maar blijven zender en ontvanger op een andere golflengte communiceren, wat ervoor zorgt dat je boodschap niet echt begrepen wordt, zoals in voorbeeld twee. En regelmatig ook komt je boodschap helemaal niet aan, je frequentie wordt niet ontvangen, zoals in voorbeeld drie.

Als je wilt dat je boodschap aankomt, wordt begrepen én dat er vervolgens ook een relevante reactie komt, is het aan jou, de zender, om eerst contact te maken met de ontvanger. Zoals we zien in de voorbeelden hierboven pakt het nog wel eens verkeerd uit als je dit niet doet. De ander begrijpt je niet of hoort je niet eens. Nu zitten de meeste volwassenen vaak nog wel op ongeveer dezelfde golflengte, wat maakt dat je uiteindelijk wel tot communiceren komt en soms gaandeweg het gesprek op een zelfde golflengte beland. Kinderen zitten doorgaans op een totaal andere frequentie. Hier moet je soms echt even naar zoeken. Doe je dit niet, dan komt een boodschap niet aan en volgt er uiteindelijk vaak ruzie tussen jou en je kind, waarbij jullie allebei gefrustreerd zijn omdat jullie je niet begrepen voelen. Je kind uit dit met opstandig gedrag en jij vraagt je af of je de enige bent die er een half uur over doet om je dreumes in zijn jas te krijgen.
Hoe los je dat op? Maak eerst contact!

Hoe maak je contact?

Communiceren met je jonge kind kost tijd. Veel meer tijd dan communiceren met volwassenen. Jonge kinderen zijn kleine autistjes. Ze leven in hun eigen wereld waarbij fantasie en werkelijkheid nog erg door elkaar lopen. Contact maken én contact houden, zijn ontzettend belangrijk in de communicatie met je jonge kind.

Een voorbeeld: Je dreumes zit voor de televisie en het is tijd om te eten. Je loopt naar hem toe, zegt dat het tijd is om te eten en doet de televisie uit. Je pakt je dreumes op om hem aan tafel te zetten. Je dreumes wordt ontzettend opstandig. "Nee!" roept hij hard en hij begint met zijn armen en benen te slaan. Jij wordt boos, omdat hij slaat. "Dat mag niet!" zeg je. Hierop wordt je dreumes nog opstandiger. Je krijgt hem met geen mogelijkheid in zijn stoel. Eten is vanavond al helemaal uitgesloten... Je dreumes blijft nog een hele tijd opstandig en valt uiteindelijk uitgeput op de bank in slaap...

Waar gaat het hier mis? Als je bovenstaande hebt gelezen, zul je wellicht zelf het antwoord al weten: er is geen contact tussen ouder en kind. Tenminste, geen contact op dezelfde golflengte. Hoe moet het dan wel? Allereerst, als je een boodschap over wilt brengen op je kind, verplaats je eerst in de leefwereld van je kind op dat moment. Wat is je kind aan het doen? Is je kind verdiept in een tekenfilm op televisie? Dan zal het even tijd kosten om contact met hem te maken. Besef je dit en bereid jezelf hierop voor. Ga naar je kind, ga rustig naast hem zitten op de bank en vraag hem iets over de tekenfilm. Is het leuk? Wat doet de beer nu? Wat heeft Dora al gedaan? Vindt Nijntje het leuk in de dierentuin? Als je kind reageert op wat je zegt, is er contact. Vraag je kind vervolgens om even weg te kijken van de televisie omdat je hem iets wilt vragen. Sla deze stap niet over! Zo weet je kind dat er iets komt, iets waarbij er een antwoord van hem wordt verwacht. Je vraag heel bewust om even om zijn volle aandacht. Als je die hebt, vertel je hem rustig dat jullie zo gaan eten. Niet nu direct, maar zo. Maak het 'zo' concreet door er iets 'tastbaars' aan te verbinden. Als de tekenfilm is afgelopen of als de wijzer van de klok op 6 staat of als de kookwekker gaat. Herhaal de boodschap na een minuutje nog eens op dezelfde manier. Als het tijd is om te gaan eten, doe je dit opnieuw. Zet samen de televisie uit en vraag je kind om aan tafel te gaan zitten. Merk je dat hij nog steeds een beetje opstandig wordt? Probeer dan niet alleen zelf je frequentie aan te passen aan je kind, maar help je kind ook zijn frequentie aan te passen op jou. Dit kun je doen door je kind heel concreet te betrekken in 'jouw' wereld. Vraag hem bijvoorbeeld zelf om zijn bord mee te nemen uit de keuken en op tafel te zetten. Laat hem kiezen uit twee borden en introduceer hem zo langzaam in de wereld van 'het gaan eten'.
Contact houden is net zo belangrijk als contact maken. Als je de aandacht van je kind hebt, houdt die dan vast door steeds 'in te tunen' op zijn frequentie. Dit doe je door je zo goed mogelijk in te leven in je kind. Waar is je kind mee bezig? Wat ziet hij? Wat hoort hij? Gebruik deze informatie als je een boodschap over wilt brengen.

Hoort mijn kind me nu wel of niet?

Hoe weet je nu of je kind je echt niet gehoord heeft, en je dus iets meer moet investeren in het contact maken, of dat je kind geen zin heeft om je te horen en net alsof doet. Jonge kinderen zijn minder vaak oost-indisch doof dan wij denken. Vaak hoor ik ouders zeggen over een twee-jarige dreumes: "Hij hoort het wel hoor, maar hij doet net alsof dat niet zo is..." Soms zal dit ook echt wel zo zijn. Als je kind je uitdagend aankijkt en toch van je wegloopt als je vraagt of hij komt, dan heeft hij je hoogstwaarschijnlijk wel gehoord. Maar, of je kind je heeft gehoord, is nog wel iets anders dan of de boodschap ook daadwerkelijk aangekomen is. Heeft je kind echt begrepen wat je van hem vraagt? Of zit hij nog in zijn speel-modus als je hem op komt halen van het kinderdagverblijf en loopt hij daarom zo uitdagend voor je weg? Contact maken, betekent inleven in je kind, weten waar hij op dat moment mee bezig is en daarop aansluiten.

En vooral: tijd nemen om je boodschap over te brengen. Tegen ouders zeg ik nog wel eens, als je je kind iets vraagt, tel in je hoofd dan even tot tien (of rustig tot vijf). Zo veel tijd heeft je kind minimaal nodig om de boodschap te verwerken. 'Even snel' is er niet meer bij als je wilt dat je kinderen meewerken. Bedenk je bij alle communicatie met je kind dat je kind meer tijd nodig heeft om het te begrijpen en erop te reageren dan jij. Naast verbale communicatie is non-verbale communicatie dan net zo belangrijk, of misschien nóg wel belangrijker. Als je het idee hebt dat je kind je niet gehoord of begrepen heeft, gebruik dan ook je non-verbale communicatiemiddelen om hem te bereiken. Laat zien wat je van hem verwacht door zijn jas te pakken van de gang, als je naar buiten wilt. Laat zijn beker zien als je wilt dat hij wat gaat drinken. Gebruik gebaren om je woorden extra kracht bij te zetten. De kracht van gebaren kan enorm groot zijn. Ik heb verschillende kinderen in mijn omgeving gezien die hier enorm veel baat bij hebben. Kinderen kunnen zich gebaren vaak eerder eigen maken dan taal. Dit maakt dat ze al op jongere leeftijd aan kunnen geven wat ze willen en hiermee meer controle hebben over hun eigen leven. Dit zorgt voor duidelijk minder frustratie bij jonge kinderen.

Het kan natuurlijk altijd zo zijn dat je nog zo je best doet om goed contact te maken met je kind en je kind jou alsnog niet hoort of niet wil horen. Bedenk dan als eerste: je jonge kind doet nooit bewust iets om jou te 'pesten'. Hij zal je niet willen kwetsen door expres niet te luisteren. Als jonge kinderen niet luisteren, testen ze de grenzen uit. Hoeveel controle kan ik uitoefenen op deze situatie? Begrijp dit en probeer, als de situatie dat toelaat, je hierop aan te passen. Speel nog even mee met je kind voordat hij zijn jas aan moet. Probeer zo tot een compromis te komen en geef je kind keuzes.

En tja, soms heb je gewoon even iets minder tijd of geduld, dat kan. We zijn allemaal mensen. Een frustratie-loos leven is voor vrijwel niemand weggelegd, ook voor je jonge kind niet.

Maar, vergeet niet: contact maken is de sleutel tot goede communicatie, ook met je jonge kind!

Tot slot, probeer echt contact maken eens uit op je werk of met je partner. Je zult merken dat veel gesprekken een stuk soepeler zullen verlopen!

Wil je graag dat ik je kom helpen om goed te leren communiceren met je jonge kind? Dat kan! Kijk op www.parentingcompany.nl!