maandag 25 juni 2018

De 11 gouden tips voor elke ouder

Ik onderhandel met mijn zoontje:
Ik: "Thorin, wil je nog iets eten?"
Thorin: "Nee, dat hoeft niet."
Ik: "Wil je nog een toetje?"
Thorin: "Nee, dat hoeft ook niet."
Ik: "Wil je dan nog wel iets drinken?"
Thorin: "Nee."
Ik: "Maar, je hebt nog helemaal niks gedronken. 1 slokje lijkt me wel verstandig."
Thorin: "Nee, 3 slokjes!"

Ok, een artikel met dergelijke titel ben je vast al wel eens tegen gekomen. Wat maakt het dit keer (weer) het lezen waard? Deze tips zijn uit het (lees: mijn) leven gegrepen. Niks theorie of pedagogische onderbouwing. Dit is gewoon hoe het is. Het leven met kleine kinderen. En ik beloof je, er zit minstens 1 tip bij waarvan je denkt: 'Goh, da's misschien wel heel erg waar.' En wie weet denk je dat bij allemaal wel en wordt je leven een stuk relaxter!

Komen ze!

Tip #1
Blijf altijd rustig en 'in control'

Lekker makkelijk gezegd misschien. Soms haalt je kind het bloed onder je nagels vandaan. Maar, als jij rustig blijft én vooral je emoties de baas blijft, dan houd je controle over de situatie. Laat je je verleiden tot frustratie? Dan neemt je peuter de controle over en is het einde zoek. Met als gevolg dat jij je te veel laat gaan en achteraf denkt: 'Had ik maar niet zo boos gedaan...'
Voel je dat het je te veel wordt? Loop weg! Ga even naar de wc, haal drie keer diep adem en kom terug.

Tip #2
Neem voor alles 2x zo veel tijd (en soms 3x)

Waar je vroeger met 10 minuten de deur uit was, doe je daar nu gerust een half uur over. Koken en eten? Dat kan niet meer in een uurtje. 'Even' naar de stad? Nope, da's een middaguitje geworden. Het komt er dus ook op neer dat je gewoon minder kunt doen in een dag. Stel je daarop in. Boodschappen doen is dé activiteit van de donderdagochtend. Hier doe je dus de hele ochtend over. Ben je eerder thuis? Mooi meegenomen. Zo niet? Dan zit het geen andere plannen in de weg. Over plannen gesproken...

Tip #3
Plan niks

Of in elk geval zo min mogelijk. 9 van de 10 dingen moet je toch weer afzeggen. Of nou ja, misschien is het niet altijd zo erg, maar niks zo vervelend als moeten opschieten met je kind. Of afspraken afzeggen omdat je kind ziek is. Of jij moe, heel moe.... Zorg ervoor dat je altijd eten in huis hebt, zodat je nooit per se naar de supermarkt moet. Peuterzwemmen? Hartstikke leuk, maar als het een keer niet lukt, ook prima.

Tip #4
Leg je telefoon weg

Ver weg. En zorg dat alleen het geluid van bellen nog aan staat. Ga dan lekker spelen met je kind, of observeer met een kopje thee op de bank. Je zult verstelt staan hoe leuk dat is. Echt.

Tip #5
Ga erop uit

De hele dag binnen met een jong kind kan behoorlijk saai zijn. Je kind wordt er lamlendig of opstandig van en jij misschien ook wel. Ga lekker naar buiten. Naar het speeltuintje, de dierentuin, de winkel, opa en oma, de tuin van een vriendje. Als het maar even iets anders is dan je eigen huiskamer.
Ook met je baby kan een dagelijks ommetje geen kwaad. De tijd gaat stukken sneller als je er even uit bent en onderschat ook het effect van frisse lucht niet.

Tip #6
Wees creatief en flexibel

En dan bedoel ik niet dat je enorme knutselvingers moet hebben. Alhoewel dat natuurlijk wel een leuke 'ouder-eigenschap' is. Maar, denk buiten de gebaande paden. Gaat het niet zoals je had verwacht? Kan het dan misschien anders? Laat los wat je kent en durf ook eens buiten je comfortzone te gaan.

Tip #7
Werk samen (met je kind)!

Opvoeden doe je nooit alleen. Ook niet als je alleenstaand ouder bent. In de eerste plaats is daar je kind. Opvoeden doe je altijd samen met je kind. Maak hier gebruik van. Weet jij het even niet? Misschien weet je kind het wel. Vraag hem maar gewoon eens: 'Hoe kunnen we samen zorgen dat jij weer rustig wordt?' of 'Weet jij hoe we ervoor kunnen zorgen dat we goed bij elkaar blijven in de supermarkt?' Werk ook samen met je opvoedpartners. Stel elkaar vragen en praat, praat, praat! Zorg dat je op 1 lijn zit en laat irritaties rondom het opvoeden nooit onbesproken.

Tip #8
Bouw netwerk op

Echt een gouden tip. Je kunt het namelijk niet alleen. Ook jij, mega geëmancipeerde, super stoere en sterke 2018 mama niet. Soms wil je even weg, Soms moet je even weg. Even geen mama of papa zijn. Een opa, oma, vriendin, oppas of wie dan ook in de buurt waar je kind zo nu en dan even heen kan, is goud waard. Bovendien is het fijn een uitvalbasis te hebben voor regenachtige woensdagmiddagen en veel te vroege zondagmorgens. Een vriendin met kind is dan echt een aanrader.

Tip #9
Structuur en duidelijkheid

Jawel, echt. Ze komen toch voorbij in deze lijst. En waarom? Omdat het gewoon hartstikke waar is. 800 jaar geleden en nu nog steeds. Als je kind weet waar hij aan toe is, is hij stukken leuker. En dan is de volgorde nog belangrijker dan de tijd. Je hoeft echt niet elke dag om 17.30 te eten, maar als je kind gewend is dat hij elke dag nog even televisie mag kijken voor het eten, sla het dan niet over. Uiteindelijk kost het dan langer voordat hij aan tafel zit, dan als je hem nog even gunt wat hij gewend is. En verder is 'nee' 'nee' en 'ja' 'ja'. Punt.

Tip #10
Maak het jezelf makkelijk

Mijn voornemen: elke dag samen met mijn peuter koken en niet zo'n moeder worden die haar kinderen voor de tv stalt aan het einde van de dag. De uitkomst: mijn kind kijkt elke dag tv als ik kook. Even vond ik mezelf een slechte moeder. Heel even. Toen bedacht ik me dat we hier allebei een stuk gelukkiger van worden. Niet alles hoeft 'perfect'. En van 30 minuten tv op een dag wordt je kind echt niet slechter. Ook niet van slapen in de box, een stukje taart op een verjaardag of gepureerd eten overigens. Je bent geen slechte moeder, je maakt het jezelf gewoon niet moeilijker dan nodig.

Tip #11
Groente is gewoon eten.

De bonustip. Maak van groente alsjeblieft niks speciaals. Sterker nog, verban het woord uit je huis. Broccoli is eten, net als aardappels en de speklap. Als er iets groens op je bord ligt, is dat niet anders, minder lekker, gezonder of wat dan ook. Tenminste, niet voor je kind. Mijn zoontje is dol op erwtjes, boontjes (van oma, niet van mama), spekjes, frietjes, zalm, broccoli, rijst, bloemkool, aardappels en brood. Hij houdt niet van wortels, gehaktballen, spaghetti, ui en ei. Groente is bij ons geen aparte categorie met meer aanzien. En dus worden de erwtjes met net zo veel smaak gegeten als de aardappels.

woensdag 10 augustus 2016

Borstvoeden en opvoeden

Mijn zoontje is net geboren en we krijgen volop kraamvisite. Een meisje van 7 ziet twee zoogcompressen op tafel liggen. "Wat is dat?", vraagt ze. Ik ben normaal best goed in het uitleggen van schijnbaar ingewikkelde dingen aan kinderen, maar nu laat mijn creativiteit me even in de steek. Ik begin mijn uitleg: "Dat is voor de borstvoeding. Uit mijn borsten komt melk voor de baby..." Na deze tweede zin is het meisje alweer afgehaakt. "Oh, dat snap ik nog niet zo goed...", zegt ze en ze gaat verder over iets anders. Ik haal toch een beetje opgelucht adem...


Borstvoeding. Misschien komt het omdat ik er zelf middenin zit, maar wat is daar toch veel om te doen. Gewoon voeden lijkt niet meer te bestaan. Je vindt het of niks of je doet het altijd en overal tot je kindje minimaal 2 jaar is. Dat veel jonge moeders daar een beetje tussenin bungelen, lijkt maar weinig aandacht voor te zijn. Je kunt in deze tijd van extremen snel het gevoel krijgen dat de keuzes die jij maakt niet de goede zijn. Hopelijk stelt deze blog je dan een beetje gerust. Welke keuze je ook maakt, het is jouw keuze! En zo lang je die weloverwogen neemt, is het de juiste.


Het eerste dilemma
Voeden op verzoek of voeden op schema?


Deze blog gaat over borstvoeden. En dan vooral in combinatie met opvoeden. Daarmee bedoel ik dat je bij elke keuze die je maakt rondom de borstvoeding, ook een keuze maakt met betrekking tot de opvoeding. De eerste keuze waar borstvoedende mama’s vaak tegenaan lopen is die van voeden op verzoek of voeden op schema. Ook hier lijk je een keuze te moeten maken voor een van de twee extremen. Je baby direct bij elke kik aanleggen of stipt om de 3 uur. Zelf vond ik het fijn om hier de middenweg te kiezen. De eerste paar dagen, heb ik mijn zoontje veel aangelegd. Welke keuze je ook maakt, dit is belangrijk om de borstvoeding goed om gang te laten komen. Aangezien mijn zoontje de eerste drie dagen zo’n beetje alleen maar sliep, moest ik hem wakker maken voor de voedingen, wat in mijn geval betekende dat ik eigenlijk al gelijk op schema voedde. Op verzoek voedden heb ik later nog wel geprobeerd, maar werkte voor mij niet. Ik had baat bij de structuur en ik had de indruk dat dat voor mijn zoontje ook gold. Als ik hem op verzoek voedde, dronk hij een paar slokken en haakte dan weer af. 10 minuten later begon hij alweer te huilen. Strikt om de 3 uur voeden heb ik nooit gedaan en zou ik ook niet adviseren. Je baby heeft geen klok in zijn hoofd. Wel kan hij al jong leren om steeds een beetje meer in een keer te drinken waardoor hij langer zonder voeding kan. Zijn lijfje is zo ontworpen dat zijn maag in de eerste week al groeit van formaat druif (zo’n 5 ml) op de eerste dag naar formaat abrikoos (50 ml) aan het einde van de eerste week. Na een maand heeft de maag van je baby ongeveer de grootte van een ei (120 ml). Dat betekent dus dat je baby steeds een beetje meer uit je borsten kan drinken in een keer. Het betekent ook dat in je in je kraamweek (en de eerste maand daarna) je baby niet gelijk al om de 3 uur kan aanleggen. De babymaag is simpelweg nog niet groot genoeg om een hoeveelheid te drinken waarmee hij zo lang vooruit kan. Maar, voeden op schema kan ook om het uur.
Maak een keuze die bij jou past. Laat je niet vertellen dat als je niet op verzoek voedt, je borstvoeding dan nooit goed op gang zal komen. Belangrijker is dat je vaak voedt.


Voeden op verzoek kan, in tegenstelling tot wat ik heb ervaren, ook juist heel veel rust geven. Het enige wat je hoeft te doen, is kijken naar je baby. In de eerste week leg je je baby eigenlijk altijd gelijk aan als hij wakker is (overigens gaat dit zo’n beetje ook op als je op schema voedt). Later observeer je je baby. Geeft hij hongersignalen af? Dan leg je hem aan de borst, of het nu 1 uur geleden was dat je hem voedde of 3 uur.
Als dit voor jou goed voelt, maak dan vooral deze keuze! En kijken mensen raar op als je je baby voor de derde keer aanlegt als je ergens op visite bent? Laat je daar niet onzeker door maken! Jij doet het op jouw manier.


De keuze die je maakt rondom dit dilemma kan zeker ook beïnvloedt worden door de opvoedkeuzes die je maakt. Voorop gesteld: je kunt je kindje de eerste 6 maanden niet verwennen. Wel kan je kindje de eerste 6 maanden ergens aan wennen.
Bij voeden op schema leer je je kindje dat hij meer in een keer moet drinken, door hem niet te snel na een voeding weer aan te leggen. Jij bepaalt voor een groot gedeelte wanneer hij eten krijgt. Natuurlijk ben je niet blind voor de signalen die hij afgeeft, maar je zult er wellicht niet elke keer aan toegeven.
Bij voeden op verzoek leer je je kindje dat zijn hongersignalen altijd worden gezien. Hij mag bepalen wanneer hij weer wil drinken. Jij volgt.
Beiden zijn prima keuzes als je ze weloverwogen maakt. Wat past bij jouw manier van opvoeden? Misschien verander je ook wel van voeden op verzoek naar voeden op schema als je kindje wat ouder is. Dat kan een hele logische keuze zijn.
Neem in je overweging mee dat welke keuze je ook maakt, jij als ouder toch altijd meer bepaalt dan je misschien denkt. Het interpreteren van de signalen die je jonge baby afgeeft, doe jij. Volledig voeden op verzoek bestaat in die zin eigenlijk niet. Want, 100% zeker weten of je baby om voeding vraagt, kun je niet. Je baby aanleggen als hij wakker wordt, huilt, smakt of sabbelt, kan ook betekenen dat je hem misschien wel vaker laat drinken dan hij uit zichzelf zou doen. Ook dat geeft niet. Zeker niet als je de keuze maakt dat borstvoeden voor jou meer is dan alleen maar voeden.


Het tweede dilemma
Troosten en slapen aan de borst


Een tweede keuze die je bewust kunt maken. Is borstvoeden voor jou alleen maar voeden? Of is het meer dan dat? Voor veel moeders is borstvoeden, naast eten geven, ook troosten, knuffelen, slapen, intimiteit, veiligheid en soms nog veel meer.
Helemaal kiezen kun je hier niet. Borstvoeden gaat vrijwel automatisch samen met troost, liefde, warmte, veiligheid en vaak ook slaap. In de eerste maanden zou ik je adviseren hier ook gewoon aan toe te geven. Je baby wakker houden tijdens het drinken, is vaak niet eens mogelijk. Aanleggen en zo veel mogelijk genieten!
Zelf heb ik gemerkt dat die borst echt een wondermiddel was. Hoewel ik me van te voren had voorgenomen dat borstvoeden voor mij vooral voeden zou zijn, heb ik toch ook dankbaar gebruik gemaakt van alle andere voordelen die het met zich meebrengt. De borst helpt in veel gevallen beter dan een knuffel, paracetamol, speen of kus. Het is de snelste manier om je kindje weer in slaap te krijgen als hij ‘s nachts wakker wordt en een fijne manier van geruststelling als je kindje verdrietig is.
Maar, natuurlijk, ook hier maak je een keuze. En die keuze kan ook best veranderen door de tijd heen. Waar ik in de eerste maanden de borstvoeding ook nog inzette als troostmiddel of slaapmiddel, ben ik dat bewust minder gaan doen toen mijn zoontje ouder werd. Ik koos ervoor hem niet afhankelijk te laten worden van mijn borsten en daarmee van mij. Ik wilde dat papa of oma ook kon troosten als hij ‘s nachts wakker werd. En ik wilde dat hij een flesje ook zou accepteren, zodat ik ook af en toe weg kon.
Dat was mijn keuze en die voelde voor mij goed. Dat betekende wel dat mijn zoontje ook wel eens even huilde in bed of niet gelijk rustig werd als hij een flesje kreeg. Maar, baby’s leren ontzettend snel. En papa’s armen bleken een net zo magische werking te hebben als mijn borsten. Mijn kindje moest daar alleen wel even achter komen. En dat is niet zo gek. Die tijd moet je het geven als je deze keuze maakt.
Soms kan het best een beetje tegen natuurlijk voelen om je kindje de borst te ontzeggen waar je dat eerder niet deed. Voelt dit voor jou echt niet goed? Doe het dan vooral niet! Maak dan de keuze dat jouw borsten er ook zijn voor troost en slaap. Weet wel dat je kindje hier aan went en dat het lastig kan zijn om af te bouwen als het voor jou niet meer fijn is. Het kan fijn zijn je kindje te leren dat er ook andere manieren zijn waarop hij getroost kan worden. Er is niks mee om je kindje dit al te leren als hij 6 maanden is.
Je maakt de keuze wie er bepaalt: jij of je kindje? Bepaal jij waar de borstvoeding voor is? Of laat je je kindje het moment bepalen waarop hij zijn troost ergens anders zoekt dan bij jouw borst? Welke keuze je ook maakt, voel je vrij om deze te veranderen op elk moment. Dacht je eerder het borstvoeden net zo lang vol te houden als je kindje er om vraagt, maar merk je na een jaar dat jij er klaar mee bent? Natuurlijk kan je dan alsnog de keuze maken om af te bouwen. Neem hier de tijd voor en wees wel consequent. Wordt er niet meer getroost aan de borst? Besluit dan niet een week later dit toch wel weer een keertje te doen. Dat maakt het voor je kindje erg onduidelijk en daar zal hij alleen maar meer overstuur van raken.


Het derde dilemma
Kunstvoeding


Ook al weer zo’n thema waar ik de middenweg vaak mis. Waar zijn de moeders die naar alle tevreden borst- en kunstvoeding combineren?
Veel mensen hebben over een kustvoeding een duidelijk uitgesproken mening. Die heb ik ook. En die zal ik allereerst hier delen.
Kunstvoeding in de eerste 6 maanden raad ik af. Dit puur om het feit dat de darmpjes van je baby nog niet af zijn als hij geboren wordt. Borstvoeding legt een beschermend laagje aan de binnenkant van de darmwand. Deze zorgt ervoor dat je kindje de voeding beter kan verwerken. Minder krampjes dus. Kunstvoeding heeft deze beschermde werking niet. Sterker nog, kunstvoeding breekt deze beschermlaag zelfs weer af. In de eerste 6 maanden combineren, is vooral erg zonde van het goede werk van de borstvoeding. Bovendien moeten de babydarmpjes wennen aan het verwerken van eten. 1 soort voeding is dan aan te raden. Pas na 6 maanden zijn de darmpjes van je baby toe aan ander voedsel en kun je, naast de borstvoeding, ook andere soorten voeding gaan geven.
En dan nog een groot voordeel, ten opzichte van kunstvoeding, de antistoffen die je je kindje meegeeft. Die zitten gewoon niet in kunstvoeding. Goed, daar laat ik het bij.
Ik ben dus een grote voorstander van exclusieve borstvoeding in de eerste 6 maanden. Het is gezonder, daar valt niet over te twisten.
Maar, borstvoeding geven kan veel vragen van een moeder. Soms te veel. Als borstvoeding geven te veel stress, onrust of depressieve gevoelens oplevert, dan is het soms beter om te stoppen. Dit advies zal ik zeker niet geven als het na een week een beetje tegenvalt. Maar, als je het na maanden ploeteren, ontstekingen, kloven en stress en gewoon niet meer kunt opbrengen, dan brengt het vaak heel veel rust om de keuze te maken te stoppen. De gezondheid van je kindje wordt niet alleen bepaald door wat hij eet, maar ook door de liefde en rust die hij ervaart bij zijn omgeving. Onrust is vaak een grote oorzaak bij huilbaby’s. Borstvoeding is heerlijk als het bij je past, als het lukt en als je het in alle rust kunt geven aan je kindje. Maar, is dat niet het geval? Weeg dan de voors en tegens tegen elkaar af en maak een weloverwogen keuze.
Overigens, jouw wil om wel of geen borstvoeding te geven aan je kindje kan alles bepalend zijn. Wil je heel graag, maar lukt het niet? Schakel dan hulp in! Een lactatiekundige kan je enorm helpen en geruststellen. Evenals je moeder, zus of vriendin die al ervaring heeft. Laat je niet iets aanpraten waar je niet achterstaat, maar stel gerichte vragen. Oefen met verschillende houdingen en vraag hoe je vriendinnen voeden in het openbaar. Wie weet heeft er een wel een tip waar je zelf nog nooit aan had gedacht! Vraag kolftips aan je collega’s met kleine kinderen. Internet kan soms helpen als je vragen hebt, maar het kan je ook erg onzeker maken. Wees hier dus voorzichtig mee.
Geef niet te snel op. Voor heel veel moeders valt het tegen in het begin. Je kindje drinkt niet ineens zomaar keurig uit de borst (en ook niet uit de fles trouwens). Borstvoeding is de eerste weken, en soms zelfs maanden, gewoon hard werken. Jullie moeten het allebei leren. Ook bij een tweede of derde kindje kan je dat zo ervaren. Probeer je hier niet door te laten ontmoedigen. Focus je op het gevoel als je baby je borst goed pakt en zuigt. Ik heb dat ervaren als een enorm gevoel van trots. Zolang ik dat voelde, was al het gedoe er omheen het dubbel en dwars waard. (En mijn zoontje had erge reflux en is altijd een onrustige drinker geweest.)


Goed, je geeft borstvoeding en de ‘mijlpaal’ van 6 maanden is behaald. Hoera! Nu gaan veel ouders hun kindje ook andere soorten voeding aanbieden. Veel moeders werken inmiddels weer, wat het borstvoeden soms best lastig maakt overdag. Kolven is vaak geen leuke bezigheid en voor veel moeders de reden om te stoppen met borstvoeding. Hier een echte gouden tip als je niet wilt stoppen, maar als kolven ook niet meer lukt: combineer de borstvoeding met kunstvoeding! Met 6 maanden zijn de darmpjes van je baby nagenoeg af. Je kindje krijgt nu ook andere soorten voeding, dus kan kunstvoeding ook echt geen kwaad. Mijn moeder heeft ooit tegen me gezegd: alleen nog ‘s avonds en ‘s ochtends voeden, houd je heel lang vol. En ze had gelijk. Heel af en toe loopt bij moeders de productie dan zo terug dat er niks meer overblijft. Maar, meestal is dit niet zo! Bouw langzaam af naar een hoeveelheid voedingen die voor jou wel haalbaar zijn. Voor mij betekende dat, dat ik nog een tijdje 3 borstvoedingen kon geven. 2 live aan de borst, en eentje afgekolfd. Ik moest dan wel voor 1 voeding 2x kolven op mijn werk. Toen dat ook niet meer lukte (er kwam domweg niet meer genoeg melk), ben ik overgestapt op kunstvoeding overdag en borstvoeding ‘s avonds, ‘s nachts en ‘s ochtends. En dat doe ik nu, na een jaar, nog steeds en bevalt heel goed.


Het vierde dilemma
Hoe lang blijf ik voeden?

Dan het laatste dilemma: hoe lang blijf je borstvoeding geven? Iedereen lijkt hier wat anders in te adviseren. Welke keuze je ook maakt, er zal altijd wel iemand zijn die je het gevoel geeft dat je het niet goed doet. Maar, ook hier kies jij!
Je kiest voor wat jij gezond vindt, maar ook voor wat jij pedagogisch wilt. Het pedagogische aspect van langvoeden mag ook best eens besproken worden.
Vaak gaat lang voeden (voeden na 1 jaar) gepaard met voeden op verzoek. En voeden op verzoek betekent vaak voeden als troost, voeden om in slaap te vallen en voeden als je kindje dat wil. Voor veel moeders de manier van borstvoeden. Prima. Besef je alleen wel dat je hier een keuze maakt. Je maakt de keuze om je kindje te laten bepalen. Hij bepaalt wanneer hij drinkt. Hij bepaalt hoe vaak hij wakker wordt ‘s nachts en hij bepaald wanneer het tijd is om je borst tevoorschijn te halen.
Hoe doe je dat met andere dingen? Wat bepaalt je kindje nog meer en wat bepaal jij? Ook hier mag je best de keuze maken dat jij bepaalt wanneer er gedronken wordt. Voeden op verzoek moet passen bij jouw manier van opvoeden. Past dat niet of voel je je daar niet comfortabel bij? Kies dan voor een manier van langvoeden die wel bij je past! Dit kan betekenen dat je alleen nog voedt rondom slapen. Het kan ook betekenen dat je overdag blijft voeden, maar alleen tijdens de lunch bijvoorbeeld. Lang borstvoeding geven hoeft niet te betekenen dat jij de controle volledig loslaat.
Zoals al eerder gesteld, borstvoeding is gezond. Niet alleen de eerste 3 maanden, de eerste 6 maanden of het eerste jaar, maar zolang je kindje groeit is borstvoeding gezond. De eerste 6 maanden biedt borstvoeding echt veel voordelen ten opzichte van andere soorten voeding en tot een jaar heeft je kindje eigenlijk alleen maar borstvoeding nodig om te groeien en te ontwikkelen. Pas daarna worden andere voedingsstoffen belangrijk. Als de borstvoeding goed gaat, waarom dan niet doorgaan na die 6 maanden? Stoppen kan altijd, maar opnieuw beginnen vaak niet.
Zelf had ik geen plan. Ik had me enkel voorgenomen dat ik borstvoeding wilde geven. En omdat dat zo goed voelde, had ik enorme motivatie om door te zetten op de momenten dat het wat minder ging. Pas na 5 maanden kon ik een beetje relaxed voeden. 6 maanden wilde ik exclusief borstvoeding geven en daarna zou ik wel zien. Het combineren met kunstvoeding (en inmiddels met allerlei ander soorten eten) bevalt mij zo goed, dat ik nu, na 1 jaar, geen idee heb hoe lang ik nog blijf voeden.
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om je kindje tot 2 jaar borstvoeding te blijven geven. Maar heel weinig westerse moeders doen dat ook. Meestal wordt er gestopt met voeden omdat het normaal is. Iedereen stopt toch na 6 maanden? Jammer vind ik dat. Natuurlijk wil ik je hier niet het gevoel geven dat je een verkeerde keuze maakt als je ergens in het eerste jaar stopt. Wel wil ik je bewust maken van het feit dat jij kiest! Niemand anders bepaalt voor jou of en hoe je borstvoeding geeft. En je mag jezelf best eens de kritische vraag stellen waarom je wilt stoppen. Voelt het goed zo? Is het mooi geweest? Prima. Maar, stop niet omdat je denkt dat het zo hoort.
En probeer het gewoon eens uit om nog maar twee keer per dag te voeden. Je kan gewoon je eigen bh’s weer aan overdag (ook best belangrijk) en ‘s avonds heb je altijd een heerlijk momentje van rust en intimiteit met je kindje wat helemaal van jullie is. Klinkt bijna te mooi om waar te zijn…


Nou, toch nog een beetje borstvoedingspropaganda. Wat ik je vooral wil vertellen, is dat jij kiest. En dat het belangrijk is om, zoals bij elke keuze in de opvoeding, die keuze weloverwogen te maken. Borstvoeding geven hoeft niet op verzoek en lang borstvoeding geven kan prima op een manier die bij jou past. Denk buiten de paden die je kent en wees kritisch naar jezelf en naar anderen. Kijk om je heen, hoe doen anderen het? Wat vind je daar goed aan? Wat zou je zelf anders willen?

Zelf had ik van te voren nooit gedacht dat ik zo lang borstvoeding zou blijven geven. Ik had van langvoeden een totaal verkeerd beeld. Ik dacht dat dat niet bij mij zou passen. En dat was ook zo geweest op de manier die ik kende. Maar, door mijn eigen weg hierin te vinden, kan ik doen wat goed voelt en wat bij mij past! En dus ook nog steeds borstvoeding geven nu mijn zoontje 1 jaar is.

dinsdag 3 mei 2016

"Mama, ik ben bang..."

Ik zit met mijn oppaskindje (6) op de schommel. We gaan best hoog. Ze vindt het een beetje spannend en zegt: "Petra, voel jij het ook kriebelen in je buik?"


Angst bij jonge kinderen. Is dat aangeleerd of aangeboren? Zijn wij van nature bang voor bepaalde dingen of leren wij bang te zijn door wat onze omgeving ons vertelt? Bij sommige dieren zie je dat er een bepaalde angst is 'ingeprogrammeerd'. Bepaalde gevaren in de natuur, bijvoorbeeld dieren met een bepaalde kleur, herkennen ze instinctief. Daar blijven ze vanaf en die eten ze niet op. Toch zijn er ook veel gevaren die ze moeten leren van hun opvoeders. Hoe zit dat bij mensen?


In "Mama, ik ben bang..." neem ik je mee in de angstontwikkeling van jonge kinderen. Je zult er eens te meer achter komen dat wij onze jonge kinderen veel meer beïnvloeden dan we misschien denken.


Angst, aangeboren?
Er zijn maar twee soorten angst aangeboren. Namelijk de angst om te vallen en angst voor harde geluiden. Dit zijn angsten die ons leven kunnen bedreigen. Het zijn zogenaamde 'functionele angsten'.
Angst voor harde geluiden kennen we allemaal. We kunnen er niets aan doen dat we schrikken. We kijken om eens heen, willen weten waar het geluid vandaan kwam en de mate van dreiging bepalen. Is er geen dreiging? Dan zakt het adrenaline-niveau weer, wat ervoor zorgt dat als er wel dreiging is we kunnen vluchten of vechten.
De angst om te vallen is ook een functionele angst. Vallen kan namelijk ook levensbedreigend zijn. Ook als we vallen, maken we adrenaline aan om al onze spieren aan te spannen en onze val te breken.
Bij veel jonge baby’s kunnen we deze angst waarnemen als ze in slaap vallen. Veel baby’s schrikken daarvan wakker. Ze hebben letterlijk het gevoel te vallen. (Misschien herken je dat wel, sommige volwassenen hebben dit ook.) Soms wordt geadviseerd deze schrikreactie te gebruiken als baby’s moeilijk wakker te maken zijn voor bijvoorbeeld een voeding. Je pakt ze op en laat ze heel kort naar beneden ‘vallen’ in je armen. Van de schrikreactie wordt je baby wakker. Dit kan overigens helemaal geen kwaad.


Hele jonge baby's hebben nog geen angst voor hoogte, omdat ze nog geen diepte kunnen zien en dus ook geen hoogte kunnen bepalen. Dit komt voornamelijk omdat hun zicht daarvoor nog niet voldoende ontwikkelt is. Baby’s zien de eerste maanden van hun leven nog onscherp en de eerste weken vaak nog dubbel. Om diepte te kunnen zien is goede samenwerking van beide ogen nodig.
schijnafgrond.jpgVanaf 6 maanden zie je dat baby’s deze angst wel ontwikkelen. Dit is onder andere aangetoond in een onderzoek waarbij baby’s over een tafel kruipen met een geblokt patroon. Halverwege houdt de tafel op en gaat deze over in een glasplaat met daaronder een zelfde geblokte patroon. Baby’s vanaf 6 maanden stoppen met kruipen als ze bij de glasplaat zijn. Ze zien de diepte en willen niet verder. Ook niet als hun vader of moeder aan de andere kant staat. De angst om te vallen uit zich vanaf dit moment dus ook door bepaalde hoogtes te mijden.


Als kinderen 6 maanden zijn, kunnen ze nog meer angsten ontwikkelen. Zoals de angst voor water of om alleen gelaten te worden. Deze angsten gaan vaak vanzelf weer over als ze adequaat mee wordt omgegaan.


Angst, aangeleerd?
Los van de angst om te vallen en de angst voor harde geluiden, zijn alle andere angsten aangeleerd. Dat wil zeggen dat de angsten niet uit het kind zelf komen, maar dat de omgeving de angsten ‘in het kind stopt’. Soms gebeurt dit bewust, maar vaak ook onbewust.
Dat veel angsten aangeleerd zijn, blijkt wel uit het feit dat de angst voor spinnen en honden bij kinderen in Nederland gemiddeld vaker voorkomt dat bij kinderen in andere landen. Dit geeft aan dat de omgevingsinvloed bij deze angst heel erg groot is.


Baby’s en jonge kinderen kunnen bang worden voor mensen, dieren, voorwerpen of situaties omdat een van hun primaire opvoeders daar bang voor is en deze angst toont aan het kind. Angst kan ontstaan door iets wat het kind leest of ziet (bijvoorbeeld op televisie). Verder kan een kind bang worden ‘gemaakt’ voor bepaalde situaties omdat deze door de primaire opvoeder herhaaldelijk als ‘eng’ worden bestempeld en benoemd.


Ben jij bang voor spinnen? Dikke kans dat je kind dat ook wordt! Je kindje leert immers van jou! Van wie anders? Doordat jij je angstig gedraagt als je een spin ziet, leer je je kindje onbewust ‘dit is iets waar je bang voor moet zijn’. Zo wordt je kindje ook bang voor spinnen. Overigens toont recent onderzoek aan dat de invloed van vaders hierbij groter is dan de invloed van moeders. Kinderen kijken meer naar de vader om de dreiging van een bepaalde situatie in te schatten, dan naar de moeder. Wellicht komt dit omdat vaders over het algemeen wat ruiger spelen met hun kind en hun kind meer loslaten. Moeders zijn voorzichtiger. Mogelijk geeft dit de boodschap van de vader meer kracht als hij uit dat een situatie niet veilig is.


Wees je ook bewust van hoeveel je invult voor je kind en zo onbedoeld mogelijk een angst aanpraat. Door dingen te benoemen als ‘eng’ of ‘spannend’ kan je kind ze ook zo gaan ervaren, terwijl dat misschien in eerste instantie niet zo was.
Als je kind een hond aait en de hond reageert hierop, waarop je kind zijn handje terug trekt, zeg dan niet: ‘Vind je dat een beetje eng?’ Maar, zeg: ‘He, wat doet het hondje nou? Het hondje vindt het fijn! Zullen we nog een keer aaien?’
Als je kind de juf geen handje wil geven op het kinderdagverblijf, benoem dit dan niet te snel als verlegen of spannend, maar geef zelf het goede voorbeeld, geef de juf een hand. Als je kind het alleen dan alsnog niet wil, stel dan voor om het samen te doen.
Denk niet te snel als je kindje gaat huilen als je het licht uit doet dat hij bang is in het donker. En vermijd een dergelijke situatie ook niet. Laat eventueel een nachtlampje aan en maak van naar bed gaan een leuk en vrolijk ritueel. Geef je kind zo de boodschap mee: voor donker hoef je niet bang te zijn.


Bovenstaande betekent overigens niet dat je kindje geen angst mag hebben.
Soms is aangeleerde angst ook functionele angst. Deze angst is nuttig en helpt je kindje bepalen binnen welke grenzen hij de wereld kan ontdekken, wat veilig is en wat niet veilig is. Wel is angst hierbij een wat groot woord misschien. Het is belangrijk dat je je kindje leert voorzichtig te zijn in het verkeer, met scherpe voorwerpen of dat hij moet oppassen als hij een gevaarlijk dier ziet, maar dit zou niet moeten leiden tot een grote angst voor auto’s,  scherpe messen of dieren.


Verder is het wel degelijk van belang om de angsten die je kind daadwerkelijk heeft serieus te nemen.
Als je echt merkt dat je kindje bang is, is het belangrijk dat je hier niet zo maar aan voorbij gaat. Er zijn dan verschillende manieren die je kunnen helpen hiermee om te gaan. Hoe je het aanpakt hangt erg af van jou, je kindje en de situatie. Meestal kun je pas echt spreken van angst als kinderen wat ouder zijn. Zou je hier meer van willen weten of hulp bij willen? Kijk dan eens op www.parentingcompany.nl.
Belangrijk is vooral dat je jezelf altijd kritisch blijft afvragen: merk ik echte angst bij mijn kindje (en zo ja, hoe weet ik dat en waar komt die vandaan?) of vul ik dat in?


Feit blijft dat je zelf altijd de beste leerschool bent voor je kindje. Wees zelf het goede voorbeeld! Angst is aangeleerd gedrag, maar durf en zelfvertrouwen ook!

------------------------------

Hoe zit het met verlatingsangst?
Verlatingsangst is eigenlijk van een heel andere categorie. Verlatingsangst is namelijk niet zo zeer angst. De meeste kinderen krijgen rond 6 maanden door dat ze een eigen ‘ik’ zijn en dat hun speelgoed, papa en mama, objecten en personen zijn die los van hen bestaan. Ze krijgen het concept van de wisselwerking door, actie-reactie. Dit zorgt er ook voor dat ze het steeds beter door hebben als ze alleen zijn. Dit gecombineerd met een veilige hechtingsrelatie zorgt voor verlatingsangst; hard huilen als papa of mama weggaat. Dit heeft niets te maken met ‘bang zijn dat papa of mama niet meer terug komt’. Jonge kinderen hebben nog geen besef van tijd en toekomst. Ze vinden het domweg niet leuk. Mensen zijn nu eenmaal sociale wezens en over het algemeen niet graag alleen. Je kunt je kindje helpen hiermee om te gaan door hem te laten hechten aan meerdere personen, voorspelbare rituelen te verbinden aan lastige situaties (bijvoorbeeld het afscheid nemen op het kinderdagverblijf) en door niet te veel toe te geven aan het steeds maar oppakken van je kindje. Natuurlijk wil hij bij je zijn en dat mag ook. Maar, troosten kan op heel veel verschillende manieren en door meer dan 1 persoon gedaan worden.

vrijdag 26 februari 2016

Wist je dat... slaapweetjes!

"Slapen is geen geringe kunst; je moet er de hele dag voor wakker blijven." - Friedrich Nietzsche


De blogpost over slapen is veruit de meest gelezen post. Ook binnen mijn eigen praktijk krijg ik de meeste vragen over slapen. Slaapt mijn baby wel genoeg? Waarom wordt mijn dreumes zo vroeg wakker? Moet mijn peuter 's middags nog steeds slapen? Gaat mijn kind niet te laat naar bed? Waarom wordt mijn baby zoveel wakker 's nachts? Waarom wil mijn peuter 's avonds niet naar bed?
En zo kan ik nog wel even doorgaan. De grootste onzekerheid van ouders is vaak het slaapgedrag van hun jonge kind. Omdat in die ene blogpost over slapen niet alles besproken is, hieronder gewoon maar eens wat slaapweetjes. En tussendoor ook wat tips voor wellicht ook jouw kind zijn slaapprobleem!


Wist je dat...

... jonge kinderen vaak om dezelfde tijd 's ochtends wakker worden, ongeacht hoe laat ze 's avonds naar bed gaan?
... een middagslaapje ook gewenning kan zijn en niet per se betekent dat je peuter deze nodig heeft?
... pasgeboren baby's wel 20 van de 24 uur slapen?
... voor de meeste jonge kinderen een bedtijd tussen 18.30 en 19.30 het beste werkt?
... de meeste slaapproblemen bij baby's veroorzaakt worden door oververmoeidheid?
... minder slapen overdag niet betekent dat baby's 's nachts beter of langer slapen?
... een nachtvoeding ook gewenning kan zijn als je kindje ouder dan 6 maanden is?
... de meeste jonge kinderen ongeveer 12 uur op bed liggen 's nachts?
... de hoeveelheid slaap die een jong kind nodig heeft best kan verschillen tussen kinderen?
... doorslapen betekent dat je baby 5 uur achtereen slaapt?
... en dat de meeste baby's dit gaan doen vanaf 3 maanden ongeveer?
... je baby rond de 6 maanden vaak de hele nacht gaat doorslapen, van ongeveer 23.00 tot 6.00/7.00?
... je pas rond de eerste verjaardag van je kind kan verwachten dat hij het klokje rond slaapt?
... de slaapcyclus van een baby zo'n 45 minuten is (en bij volwassenen 90 minuten)?
... het dus erg logisch is dat je baby na 45 minuten (even) wakker wordt?
... een baby vanaf 3 maanden tot een jaar zo'n 15 uur slaap in totaal nodig heeft per etmaal?
... kinderen tot hun 3e levensjaar vaak nog overdag slapen?
... het heel normaal is dat je er regelmatig 's nachts even uit moet om je kind te troosten, ook als hij geen nachtvoeding meer krijgt?
... kinderen soms slecht slapen als ze overdag veel hebben meegemaakt?
... het dan helpt om hier eerst even bij stil te staan door erover te praten of te knutselen?
... een bedritueel voor vrijwel alle kinderen goed werkt om rustig in slaap te vallen?
... het belangrijk is dat je baby wakker in bed wordt gelegd, zodat leert hij om zelf in slaap te vallen?
... kinderen soms letterlijk wakker schrikken als ze in slaap vallen?
... baby's pas vanaf 9 maanden dromen?
... jonge kinderen soms niet goed kunnen bedenken dat hun droom niet echt is, omdat fantasie en werkelijkheid nog erg door elkaar worden gehaald?
... kinderen het meest veilig slapen in een slaapzak in hun eigen bed?
... de WHO adviseert om je baby tot 6 maanden bij jou op de kamer te laten slapen (in zijn eigen wiegje of ledikant)?
... baby's soms bij fases slecht slapen en je het dus soms gewoon even moet accepteren dat hij overdag alleen maar hazenslaapjes doet?
... kinderen op het kinderdagverblijf vaak wat minder goed slapen dan thuis?
... je het slaappatroon van je baby best een beetje kan sturen door zijn slaapjes wat uit te stellen?
... je baby van 6 maanden (of ouder) soms vanzelf weer in slaap valt nadat hij even wakker is geworden als je er niet direct heen gaat als hij wakker wordt?
... kinderen (en wij trouwens ook) het beste slapen bij een temperatuur tussen de 15-18 graden?
... je beter goed kan ventileren op de slaapkamer van je kind en hem wat extra's aantrekken dan de verwarming aan te zetten en het raam dicht te houden?
... pasgeboren baby's van nature al een bioritme hebben waarbij ze niet veel langer op kunnen zijn dan 1,5 uur?
... je baby echt niet wakker wordt van geluiden om hem heen?
... je dus best kunt rommelen in huis als je baby slaapt?
... dit het beste gaat als je baby vanaf het begin al went aan slapen met geluiden om hem heen?
... pasgeboren baby's dit juist fijn vinden, omdat ze dit gewend zijn van toen ze nog in mama's buik zaten?
... als je kind uit bed komt 's avonds je hem het beste gewoon weer terug kunt leggen?
... even huilen bij het in bed leggen echt niet erg is voor je baby?
... alle baby's kunnen leren om zelfstandig in slaap te vallen?
... jonge kinderen regelmatig spoken 's nachts, als ze tandjes krijgen, als ze een sprongetje maken, tijdens de regeldagen, als ze niet lekker zijn of als ze naar hebben gedroomd?
... inbakeren vaak heel veel rust geven bij baby's die onrustig slapen?
... het soms ook kan helpen om je baby's armpjes in de slaapzak te doen in plaats van in de mouwtjes?
... het goed is om het speentje van je baby uit zijn mond te halen als jij slaapt?
... je baby vaak goed slaapt als er een knuffeltje bij hem ligt dat een beetje naar mama ruikt?
... een peuter het beste slaapt in een ledikantje waar hij zelf niet uit kan komen?
... pas rond het derde levensjaar van je kind het tijd kan zijn voor een groter bed?
... ouders vaak het meest onzeker zijn over het slaapgedrag van hun kind?
... dit vaak helemaal niet nodig is, omdat voor elk probleem wel een oplossing is?

Nog meer weten over slapen? Lees dan de blogpost 'slapen'. Heb je hulp nodig bij het slaapprobleem van je kind? Kijk dan eens op www.parentingcompany.nl!

vrijdag 8 januari 2016

Babytaal

We spelen buiten. In de kinderwagen zit een kindje van 10 maanden oud. Als het kindje in zijn oogjes begint te wrijven, vraag ik: "Ben je moe?" Het kindje schudt hard 'nee' met zijn hoofdje, gevolgd door een grote gaap...

Je baby leren kennen en begrijpen, is misschien wel de grootste opgave tijdens de eerste twee jaar. 'Wat wil je nou toch?' verzucht ik zelf dikwijls als mijn kleine man maar blijft mopperen en ik het hele riedeltje van wat er kan zijn al een paar keer ben afgelopen. Konden ze het maar gewoon vertellen! 'Gewoon' vertellen kunnen ze je het nog niet, maar babytaal bestaat gelukkig ook niet alleen maar uit huilen. Het is een hele klus om je kleintje te doorgronden, maar zeker niet onmogelijk. In deze blog alles over 'babytaal'. Hoe communiceert je baby met jou? Je zult merken dat hij veel meer kan dan je misschien denkt!

Universele babytaal
Het mooie aan de taal van baby's is dat deze universeel is. Dat wil zeggen: alle baby's 'praten' dezelfde taal. Dat komt omdat baby's handelen vanuit reflexen en instincten. Deze zijn voor iedereen hetzelfde. Denk maar eens aan het knipperen met je ogen als er iets heel dichtbij komt of als je schrikt. Dat doet iedereen, ongeacht je afkomst.
Wel merken we al snel aan de klanken die baby's gebruiken dat ze beïnvloedt zijn door de klanken die ze om zich heen horen. Chinese baby's brabbelen anders dan Nederlandse baby's. Echter, alle baby's huilen op dezelfde manier, lachen naar andere mensen, gapen als ze moe zijn en beginnen te happen als ze honger hebben. Of je baby nu Duits of Zweeds is, elke ouder kan in principe elke baby begrijpen. Ik zeg in principe, want een groot gedeelte van je baby begrijpen zit hem in het leren kennen van je baby. Want, ook al spreken baby's dezelfde taal, geen twee baby's zijn hetzelfde. Waar de ene baby nooit huilt als hij moe is, kan de andere baby bij de eerste gaap al in huilen uitbarsten. En waar de ene baby steevast naar zijn luier grijpt als hij heeft gepoept, kan de andere het op een brullen zetten na ieder windje...
Wat jouw baby fijn vindt en wat hij niet fijn vindt, vertelt hij jou op allerlei verschillende manieren. Ook vertelt hij je hoe het met hem gaat, of hij honger heeft, of hij moe is of dat hij een beetje aandacht nodig heeft. Ze zeggen wel eens: baby's worden niet met een gebruiksaanwijzing geboren. Maar, ik wil toch een poging doen om samen met jou en je baby een soort 'gebruiksaanwijzing' samen te stellen. Lees vooral verder!

'Baby's kunnen alleen maar huilen' ... ?
Een regelmatig gehoord statement. Volgens velen is de enige manier waarop een baby kan communiceren huilen. Alles behalve waar! Als dat zo was, hadden we alleen maar gestreste baby's. Als baby's alleen maar kunnen huilen om aan te geven wat er is, zou dat betekenen dat ze bij elke vieze luier, vermoeidheid, honger of ander ongenoegen het op een brullen zetten. Dan hadden we allemaal een huilbaby gehad...
Natuurlijk is huilen wel een communicatiemiddel. Maar, ik denk niet eens de voornaamste.
Baby's gebruiken een heel scala aan gebaren om aan te geven wat er met hen is. Hieronder gewoon eens even een overzichtje:

Vermoeidheid kunnen baby's laten zien door:
- te gapen
- in de ogen te wrijven (of als de coördinatie dit nog niet toelaat de handjes continu naar de wangetjes brengen)
- aan de oortjes of haartjes te zitten
- te duimen
- hun hoofdje weg te draaien

Dat een baby honger heeft, kan hij laten zien door:
- op zijn handjes te gaan sabbelen
- met zijn mondje te gaan 'happen' (vooral pasgeboren baby's doen dit)
- de achterkant van zijn handje steeds maar weer naar zijn mondje brengen
- te gaan smakken

Als een baby een vieze luier heeft, kan je dit zien:
- hij begint te wiebelen met zijn billen
- hij wordt onrustig en wil niet meer stil liggen
- hij grijpt naar zijn luier of doet een poging hiertoe
- hij duwt zijn billetjes omhoog
- baby's die al wat mobieler zijn, gaan soms ergens in een hoekje zitten
- hij wil juist niet meer zitten

Een baby die je aandacht wil, kan dit doen:
- je blik opzoeken
- armpjes naar je uit strekken
- naar je lachen
- harde geluidjes maken

Allemaal manieren van communiceren die niks met huilen te maken hebben! Bovenstaand lijstje betekent natuurlijk niet dat alle baby's die op hun handjes sabbelen honger hebben of dat elke baby die honger heeft op zijn handje gaat sabbelen. Die van mij deed dat eerste heel duidelijk en vervolgens te pas en te onpas. 'Heeft hij nou alweer honger?' dacht ik dan. Maar nee, hij had gewoon zijn handjes ontdekt! Daarbij was de fase 'alles gaat mijn mond in' begonnen. Nu moest ik dus zoeken naar andere hongersignalen.

'Mag' een baby nog wel huilen?
En dan een belangrijke vraag: Mogen baby's niet meer huilen van mij? Het antwoord: Natuurlijk wel.
Ik wil je hier allerminst vertellen dat een baby niet mag huilen. Als ik op internet lees over de communicatiemiddelen van baby's, lees ik regelmatig (soms letterlijk, soms tussen de regels door) dat als een baby huilt, je dan zijn eerste signalen hebt gemist en dat dat heel erg fout is. Laat je dat niet vertellen! Natuurlijk is het fijn voor je baby om gezien en gehoord te worden. Maar, jij bent niet perfect. Je kunt je baby nu eenmaal niet 24/7 observeren. Je zult echt wel meer dan eens een signaal missen. En dat is ook helemaal niet erg. Zolang je maar naar je baby toegaat als hij huilt. Zeker de eerste 6 maanden is laten huilen geen optie. Na een maand of 4 is laten zien en voelen dat je er bent soms ook voldoende. Mijn zoontje heeft grote moeite met slapen in bed overdag. in het begin haalde ik hem uit bed als hij erg ging huilen. Nu blijf ik er naast zitten en aai ik hem over zijn hoofdje. Soms huilt hij dan even, soms niet. Dat hoort een beetje bij het 'leren' in bed slapen en geeft niks. Als hij maar weet: ik ben niet alleen.
Daarnaast heb je ook nog de 'ongeduldige' baby's. Je kunt nog zo'n observerende ouder zijn, sommige baby's gaan gewoon vrijwel direct huilen als ze gepoept of honger hebben. Ja, dat kan je niet voor zijn...

Alhoewel er genoeg geluiden opgaan dat je ook die huiltjes voor moet zijn. Naar bed voordat ze moe zijn en voeden voordat ze honger hebben. Hier sta ik niet achter. Als een baby steeds al te eten krijgt voordat hij honger heeft (of trek, 'kindjes-in-Afrika-honger' heeft je baby echt niet als je hem gewoon regelmatig voedt), leert hij dat signaal van zijn lichaam helemaal niet kennen. Je moet een baby ook de ruimte geven om aan jou aan te kunnen geven: 'nu heb ik honger', zodat jij daar op in kan spelen door te zeggen: 'dan geef ik je eten'. Bovendien is het ook goed als baby's op den duur leren hun behoeftes uit te stellen. Natuurlijk nog niet als ze heel klein zijn, maar een baby van een maand of 8 kan soms best even wachten op zijn eten, daar is niks mis mee. Hij leert vanzelf dat je hem echt niet laat verhongeren.

Huilen is daarnaast ook een belangrijk middel van je baby om prikkels te verwerken. Vrijwel alle baby's (zowel die in Rusland als die in Nieuw Zeeland) huilen/mopperen/zijn hangerig aan het einde van de dag/begin van de avond. Dit heeft vaak te maken met vermoeidheid, clusteren bij borstgevoede baby's (vaker willen drinken aan het einde van de dag omdat je borsten dan minder melk maken), bij je willen zijn en dus het verwerken van alle prikkels van de dag. Ik zeg niet: laat je baby maar lekker een uurtje huilen in de box. Ik zeg wel: huilen is in dit geval soms ook nodig. Jij hebt het vast ook wel eens dat alles je even te veel wordt (denk maar terug aan je kraamweek bijvoorbeeld ;-) ). Even flink huilen kan dan zo opluchten! Zo is het voor je baby ook. Maar, met dit belangrijke verschil: je baby kan dit nog niet in zijn eentje. Jij kunt jezelf rustig krijgen door even flink te huilen, dat kan je baby nog niet. Huilen is niet erg, maar neem hem wel lekker bij je tijdens zo'n 'mopper-uurtje' (of twee uurtjes, of drie...). Desnoods in een draagdoek als dat iets voor je is. Heb je toch je handen vrij.

Ontwikkel ook vooral geen 'huil-angst'. Ik kom ze nog wel eens tegen: ouders die de deur maar niet meer uit gaan, want 'straks gaat ie huilen'. Verzeker jezelf ervan dat zolang jij in de buurt bent, je baby het dan goed heeft en je bovendien altijd kan troosten. En daarbij: huilen is niet erg! Natuurlijk kun je je soms best bezwaard voelen als je baby zit te krijsen in het restaurant. Maar, maak je wereld niet kleiner dan nodig is. Baby's hoeven niet steeds maar overal mee naartoe genomen te worden, natuurlijk hebben ze rust en regelmaat nodig. Maar, een uitstapje op z'n tijd is hartstikke prima. En gaat je baby huilen en is hij niet te troosten? Je kunt altijd op elk moment besluiten om weer naar huis te gaan!

Verschillende babyhuiltjes
Ook hier zijn de meningen over verdeeld, maar ik heb aan den lijve ondervonden dat het klopt. Er zijn verschillende babyhuiltjes en als je goed luistert, herken je ze wellicht ook bij je eigen baby! De verschillende huiltjes ontstaan door wat een baby instinctief met zijn mond en tong doet als hij huilt. Een baby die honger heeft, wil zuigen. Dat geeft een ander huiltje dan die van een baby die moe is, die gaat gapen.
Hieronder een overzicht:

Nèh = honger
De zuigreflex zorgt ervoor dat deze klank ontstaat. Maak zelf de klank maar eens en voel wat er gebeurt in je mond.
Èh = boertje
Lijkt wel een beetje op het honger huiltje, maar het scheelt dat je dit huiltje juist hoort na het voeden. Help je baby met het boertje. Blijft hij huilen? Misschien zit er nog een boertje of heeft hij toch nog een beetje honger. Probeer en leer!
Owh = moe
Deze klank wordt veroorzaakt door de gaap-reflex. Ook die kun je wel begrijpen als je de klank zelf maakt. Als je het een paar keer doet, ga je waarschijnlijk zelfs gapen.
Eairth = windje
Deze vind ik zelf nog wel eens lastig te ontdekken. Bij mijn zoontje is dit niet zozeer een huiltje als meer een 'moppertje' die lijkt op dit geluid. Bij een jonge baby help je hem door zijn beentjes een beetje omhoog te houden. Oudere baby's doen dit vaak zelf al, een duidelijk signaal dat er een windje aankomt!
Heh = onprettig voelen
Een aanhoudende, zeurende huil. Soms korte 'heh'tjes' achter elkaar, soms langere halen. Misschien lastig te onderscheiden van het honger huiltje. Als je alles hebt gecheckt en je baby blijft huilen dan voelt hij zich oncomfortabel. Misschien heeft hij het te warm of te koud? Misschien wil hij gewoon even bij je zijn. Pak hem op en kijk wat er gebeurt.

Hier voeg ik nog aan toe:
Als een baby pijn heeft, begint hij vooral hard en ontroostbaar te huilen. Als ouder weet je snel genoeg dat het gaat om pijn. Je baby verkrampt en lijkt al zijn energie te stoppen in het huilen. Misschien zijn het krampjes, misschien is het zijn slokdarm (bij de reflux-baby) of misschien is het iets anders. Wil je weten hoe jouw baby huilt bij pijn? Let dan goed op als hij zijn eerste prikje krijgt op het consultatiebureau. Waarschijnlijk vind je het hartstikke spannend en ben je helemaal niet bezig met het soort huiltje van je baby. Maar, het kan je helpen om dit in de toekomst te herkennen.

Gebarentaal met je baby
Tot slot, heb je er wel eens aan gedacht om bewust gebaren te gebruiken in de communicatie met je kind? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat dit zeer effectief is. Kinderen kunnen eerder gebaren dan praten. Als ze door middel van geleerde gebaren aan jou duidelijk kunnen maken wat er is, kan dit een hoop frustratie schelen!
Je kunt zelf gebaren verzinnen voor de meest basale gebeurtenissen op de dag: drinken, slapen, verschonen, in bad gaan. En voor belangrijke woorden: papa, mama, oppas, knuffel, bed, broek, auto, enz.
Maar, je kunt ook gebruik maken van bestaande methodes. De meest bekende is Lotte&Max. Het leuke aan deze methode is dat hij gebruik maakt van de officiële gebaren uit de Nederlandse Gebaren Taal. Je kunt verschillende materialen bestellen om er zelf mee aan de slag te gaan en er zijn verschillende dvd's met liedjes die ook nog eens leuk zijn voor je kind om naar te kijken!
(Nee, ik ben niet gesponsord, maar wel erg fan van deze methode!)
Wil je een idee krijgen? Kijk dan onderstaand filmpje eens:

dinsdag 17 november 2015

Help, een baby!

Mijn prachtige zoontje is geboren en mijn neefjes komen kijken. Vol bewondering bekijkt mijn jongste neefje (3) de nieuwste familie-aanwinst. Als hij de baby voorzichtig over zijn hoofdje wil aaien, zegt zijn mama: "Aai maar over zijn handje."
Even later aait mama zelf de baby over zijn hoofdje waarop mijn neefje wijs zegt: "Mama, aai maar over zijn handje."

Dat we voorzichtig moeten zijn met jonge baby's, dat weten we wel. Zelfs hele jonge kinderen weten dat al. Het is een soort instinct. Hoofdje ondersteunen, rustig wiegen, zachtjes aaien, voorzichtig afdrogen. Dat hoeven anderen ons eigenlijk niet te leren. Dat er echter nog veel meer bij komt kijken, daar verkijken we ons nogal op. We bereiden onszelf buitengewoon goed voor tijdens de zwangerschap. Bevalcursus, borstvoedingsvoorlichting, inrichting van de kinderkamer, aanschaffen van de beste kinderwagen, we kiezen een naam, kopen luiers, kleertjes, flessen, spenen, beddengoed. Maar dan, je bent bevallen en daar is ie dan: je baby! En nu?
Soms vergeten we ons een beetje voor te bereiden op de eerste maanden met baby. En hoewel veel vanzelf gaat, zijn er toch ook een hoop onzekerheden die je tegen kan komen die eerste tijd. In deze post een korte voorbereiding: wat kan je verwachten van jezelf en je baby in de eerste maanden?

De eerste weken
De allereerste week wordt je een beetje geleefd, is mijn ervaring. De kraamhulp is er nog en die vertelt je eigenlijk continue wat je moet doen. Wanneer voeden, wanneer slapen en meer is het ook eigenlijk nog niet in die eerste week. Baby's slapen nog ontzettend veel. Zeker de eerste paar dagen. Ze zijn uitgeput van die hele bevalling, net als jij, en komen echt even bij. Ze zijn vaak net genoeg wakker om even te drinken, maar regelmatig zul je ze ook hiervoor wakker moeten maken en soms zelfs houden. Bij mij was het soms een hele klus om onze slaapkop genoeg te laten drinken in die eerste week.
Het eerste 'help, een baby'-moment kan je verwachten als de kraamhulp de eerste dag weer naar huis gaat. Of wellicht al als je voor het eerst thuis bent (uit het ziekenhuis) en even moet wachten tot de kraamhulp er is. Je raakt al zo snel gewend aan het feit dat er mensen zijn die je helpen met de verzorging van je baby dat als die mensen weggaan, je je soms echt even verloren kan voelen. Gelukkig merk je vaak na een eerste nacht alleen al dat je het best wel kunt. Wat kan helpen is in hele kleine stapjes te denken. Niet op te zien tegen een hele nacht alleen, maar kijk eerst het eerste uurtje maar eens aan. Verwacht niks en laat je leiden door je baby. Pak hem op als hij huilt en meestal betekent dat in de eerste week dat hij wil drinken. Je voedt hem, geeft hem een schone luier en hij zal hoogstwaarschijnlijk weer in slaap vallen. Ongemerkt ben je zo alweer een uur verder!

Dan de eerste week zonder kraamhulp. Die kan behoorlijk pittig zijn. Ineens moet je het 'alleen' gaan doen. Je kunt je onzekerheden niet meer makkelijk kwijt elke ochtend en je moet gaan vertrouwen op jezelf en je baby. Hoewel heel veel echt 'vanzelf' gaat, is het toch wel allemaal nieuw. Wat normaal is en wat niet, dat weet je vaak nog niet. Bovendien ken je je baby nog niet. Ook al heeft hij negen maanden in je buik gezeten, daarbuiten is het echt een mensje dat je moet leren kennen. Hoe je baby slaapt, eet en huilt dat ga je nu ontdekken. Wat vindt hij fijn als hij buikpijn heeft? Wat betekenen zijn gebaren en zijn huiltjes? Het enige wat je kan doen, is uitproberen en observeren. Als ik dit doe, vindt mijn baby dat dan fijn? Wat vindt hij de fijnste houding na het drinken? Hoe slaapt hij prettig? Dit proces kan behoorlijk vermoeiend zijn. Maar echt, na een paar weken zul je merken dat je steeds beter kan inspelen op de behoefte van je baby. Je leert hem echt kennen. Je zult zelfs al vrij snel het gevoel krijgen dat je als ouders (en zeker mama) het beste weet wat je baby wil en fijn vindt. Wat het vervolgens ook weer moeilijk kan maken om hem soms even af te geven.
Toch heb ik hier wel een gouden tip: doe dat wel! Probeer zo snel mogelijk (het liefst al in de kraamweek), in elk geval één secundaire opvoeder te betrekken bij de verzorging van je baby. Geef je baby vooral niet zomaar aan iedereen als je dat niet fijn vindt (voor je baby is dat vaak ook helemaal niet prettig). Maar, het is wel erg belangrijk voor je eigen rust als er in elk geval één iemand in je omgeving is die je je baby toevertrouwt. En dit kan best even tijd kosten, zelfs als het je eigen moeder is. Maar, bedenk je: alle opa's, oma's en veel vriendinnen, broers, zussen, hebben precies hetzelfde meegemaakt als jij. Het zijn ervaringsdeskundigen!

Langzaamaan kom je zo de eerste weken door. En het gaat sneller dan je denkt. Elke week die je verder bent, mag je trots zijn op jezelf! Je doet het toch maar even!

Vermoeidheid, hormonen en onzekerheid
Hier zal ik me vooral even richten tot de mama's. Want die enorme rollercoaster van emoties na je bevalling, daar hoor je nou nooit iemand over. Huilbuien, onzekerheid, vermoeidheid en ondertussen ook nog voor je baby zorgen. Ga er maar vanuit dat het je ergens in de eerste weken een keer (of 20 keer...) te veel wordt. Je weet het niet meer, je kan het niet meer en je wil het misschien ook even niet meer. Alhoewel dit volkomen normaal is en gelukkig ook echt weer over gaat, heb je daar op dat moment weinig aan. Misschien ben je iemand die nooit huilt en voel je in je kraamweek continue de behoefte om zomaar ineens te huilen, zonder reden. Misschien ben je nooit onzeker, maar wordt je nu ineens overmand door onzekerheid om alles. Je kan je een totaal ander mens voelen in de eerste weken als mama. De tip: geef hier aan toe. Je verzetten tegen al die emoties heeft echt geen zin. Ook niet als dat normaal wel werkt. De tranen komen, vroeger of later, toch wel. Huil maar even goed, spreek al je onzekerheid even uit. Spui! En voor de papa's, oma's en vriendinnen: even geen goede raad en advies, maar gewoon luisteren en troosten! Het moet er eerst even uit voordat je alles weer in een ander perspectief kan zien.

Je kan je behoorlijk overmand voelen door al die emoties. En dan helpt het natuurlijk ook niet mee dat je ineens veel minder slaapt én je in je slaap steeds gewekt wordt door je baby. Je zult wellicht vermoeider zijn dan je ooit bent geweest en je zult je regelmatig afvragen hoe je in hemelsnaam deze dag weer door bent gekomen. Maar, het lukt altijd. Daar kun je op vertrouwen. Op de een of andere manier heeft de natuur er ook voor gezorgd dat je, zodra je papa of mama wordt, ineens met veel minder slaap toe kunt.
Dat neemt niet weg dat vermoeidheid wel echt heel vervelend kan zijn. Dus, slaap wanneer je kan! Trek makkelijke kleding aan, laat de mascara maar even in je toilettas zitten en duik ook overdag lekker je bed in als je baby slaapt. Ook na een paar weken, gewoon blijven doen! Lukt het niet om overdag te slapen? Pak dan de uurtjes aan het begin van de avond als je partner weer thuis is. Ik hoorde iemand ooit zeggen: 'Wat is er mis met de uren tussen 19.00 en 23.00? Dat zijn prima uurtjes om te slapen! Misschien niet zo gezellig, maar wel belangrijk. Eenmaal wat meer uitgerust, ben je echt veel meer waard!

Gevoelens waar ik in de eerste weken tegenaan liep (en die ik echt niet had verwacht) waren onzekerheid, het grote verantwoordelijkheidsgevoel en de onomkeerbaarheid van het krijgen van een kindje. Natuurlijk weet je dat als je kiest voor een kindje, dit een keuze voor de rest van je leven is. Maar, toch kan je overvallen worden door het gevoel dat die baby er nu echt voor altijd is. Jij bent nu voor altijd mama of papa. Dat brengt gelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel met zich mee. Je baby is volledig afhankelijk van jou. Die enorme afhankelijkheid kan zwaar zijn, maar kan je ook helpen. Je hebt immers geen keus. Als je baby huilt, heeft hij jou nodig. Laten huilen is nu nog geen optie. Wees je ervan bewust dat je deze verantwoordelijkheid niet alleen draagt. Ook al geef je borstvoeding, je bent samen ouders van jullie kindje. Overleg, praat en deel met elkaar! Dit kan je ook enorm helpen om met bepaalde onzekerheden om te gaan. Dé tip: laat internet voor wat het is en bel je moeder! Of je zus, vriendin, schoonmoeder, tante of broer. Mijn ervaring is dat internet je onzekerheid vaak alleen maar voedt. Even je hart luchten doet vaak al wonderen. Heb je echt twijfels? Schakel dan een professional in. Bel de huisarts, het consultatiebureau, de verloskundige, de lactatiekundige, ze zijn er allemaal om jou en je baby te helpen!

Voeden
Of je nu borst- of kunstvoeding geeft, het voeden is vaak de grootste bron van onzekerheid bij jonge ouders. Krijgt je kindje genoeg? Hoe vaak moet je voeden? Moet je je baby wakker maken voor een voeding? Moet je voeden op verzoek of op de klok? Wat is normaal?
Ook hierover lees je op internet de meest uiteenlopende verhalen en adviezen. Bij mij enkel een aanwakkering van mijn onzekerheid. Ook hier maar één tip: heb vertrouwen! Als je borstvoeding geeft, heb dan vertrouwen in je eigen lijf en in je baby. Zowel je borsten als je baby geven signalen af als het tijd is om te drinken. Kijk naar je baby, observeer en leer. Volledig voeden op verzoek wordt vaak geadviseerd bij borstvoeding, maar dit is echt niet de enige juiste manier. De eerste één a twee weken gaat het vaak vanzelf op verzoek. Maar, ik merkte bijvoorbeeld al vrij snel dat als ik mijn baby netjes om de 3 uur wakker maakte voor een voeding, hij simpelweg niet wilde drinken. En als hij uit zichzelf al na 1,5 uur weer leek te willen drinken, was het twee teugen en klaar. Beide werkte voor mij en mijn zoontje niet. Wakker maken voor een voeding heb ik dus al vrij snel niet meer gedaan. Ik ben van mening dat je er echt op kan vertrouwen dat je kindje het aangeeft als hij honger heeft. En hij gaat zeker niet dood als hij een keertje een voeding 'overslaat'. Ook te snel voeden, bleek veel te vermoeiend voor mij en mijn zoontje. Dus, een beetje naar de klok kijk ik wel. Ik laat hem natuurlijk echt niet een uur huilen van de honger, maar hij moet wel effectief drinken als ik hem aanleg. Soms is even een pinkje (of speentje, ojee, wat zeg ik nu?) geven een prima middel om te checken of je baby echt honger heeft of gewoon even wil zuigen en bij je wil zijn. De zuigbehoefte van jonge baby's is vaak veel groter dan nodig is om te drinken. Elke keer blijven aanleggen als dat mondje opengaat, zou er bij mij voor hebben gezorgd dat ik weken lang niks anders deed dan voeden. Zelf wilde ik dat zo niet en dus ben ik er wat meer ritme in gaan aanbrengen op deze manier.
Maar, er is hier echt geen goed of fout. Jij kiest wat past bij jou en je baby. Als volledig voeden op verzoek voor jou de beste manier is, vooral doen! En als je meer houvast wilt, neem die dan! Het enige wat altijd belangrijk is, is kijken naar je baby. Is hij tevreden en drinkt hij goed? Dan doe je het goed!
Een echte gouden tip bij het geven van borstvoeding: maak een afspraak met een lactatiekundige als het niet lekker loopt. Je kunt ze overal vinden en vaak kun je via de kraamzorg ook bij iemand terecht.

Geef je kunstvoeding of wil je overstappen op kunstvoeding? Ook dat is jouw keuze en zeker geen verkeerde! Doe wat bij jou past en goed voelt. Wel vergt het geven van borstvoeding enig uithoudingsvermogen. Het is niet gelijk leuk en genieten, maar de eerste weken (en soms maanden) gewoon hard werken. Stel je hierop in en bedenk van te voren wat je wilt. Wil je heel graag borstvoeding geven? Houd dan vol! Het gaat steeds meer vanzelf, echt waar! Maakt het je niet zo veel uit? Maak het jezelf dan niet moeilijker dan nodig is en stap over als het niet gaat.

Krampjes enzo
Ook van die leuke dingen waar je totaal niet op voorbereid bent. Krampjes, reflux, moeite met poepen, niet willen slapen... Deze dingen kunnen erg lastig zijn en je kunt je er ook eigenlijk niet op voorbereiden. Bijna alle baby's krijgen in meer of mindere mate last van krampjes. Vaak beginnen ze ergens tussen de tweede en vierde week en nemen ze af rond een maand of twee. In hoeverre jouw baby last heeft van krampjes en hoelang, zul je moeten afwachten. Krampjes ontstaan voornamelijk doordat de darmen van je baby nog niet rijp zijn. Er zitten nog kleine gaatjes in die dicht moeten groeien. Voordeel van borstvoeding is dat deze een beschermend laagje rondom de darmwand aanbrengt. Kinderen die borstvoeding krijgen zijn dan ook vaak sneller van de krampjes af dan kinderen die kunstvoeding krijgen. Echter, bij borstvoeding kan het voedingspatroon van de moeder ook (negatieve) invloed hebben op de krampjes en dat heb je bij kunstvoeding natuurlijk weer niet.
Daarnaast moeten baby's leren boeren. Vrijwel alle baby's krijgen wat lucht binnen tijdens het drinken. Hoe vaker een baby aanhapt, hoe meer hij binnenkrijgt. De darmen van een jonge baby zijn nog erg nauw wat ervoor zorgt dat die lucht moeilijk weg kan. Dit belemmert de doorstroom wat krampjes tot gevolg heeft.
Bij baby's die een fles krijgen (met borst- of kunstvoeding) kan het soort fles nog invloed hebben op hoeveel lucht een baby binnenkrijgt. Meestal leren baby's vanzelf beter boeren na verloop van tijd. Tip: Zowel bij drinken aan de borst als drinken uit een fles is het belangrijk je baby goed te laten boeren. Investeer hierin door na de voeding je baby goed rechtop te houden en zachtjes op zijn rugje te kloppen. Ook kan een speciale fles en goede aanlegtechniek helpen om ervoor te zorgen dat je baby minder lucht binnen krijgt tijdens het voeden.

De meeste middeltjes tegen krampjes spelen in op het makkelijker kwijt kunnen van de lucht. Ze hebben wellicht allemaal een andere werkzame stof, maar het doet in principe hetzelfde. Als je baby moeite heeft met boeren, kan zo'n middeltje helpen. Boert (en windt) je baby goed, dan zal het weinig extra doen.

In uitzonderlijke gevallen hebben de krampjes te maken met een overgevoeligheid voor een bepaald soort voedsel (meestal koemelk). Echter, hier is maar sprake van bij 3-4% van de Nederlandse baby's. En meestal gaan de krampjes dan gepaard met meerdere klachten. In de meeste gevallen is het dus een kwestie van uitzitten en wachten tot de darmpjes van je baby vanzelf goed gerijpt zijn. Houden de klachten na 3 maanden aan of worden ze erger? Dan is het verstandig om met de kinderarts te kijken of er inderdaad sprake is van een voedselovergevoeligheid of iets anders.

Ontwikkeling in de eerste maanden (in vogelvlucht)
Je baby ontwikkelt zich razendsnel die eerste maanden. Je zult elke week merken dat hij weer iets sterker is, helderder uit zijn ogen kijkt, meer geluidjes maakt en anders gaat bewegen. Het eerste wat je op zal vallen is waarschijnlijk dat hij zijn hoofdje steeds iets beter zelf op kan tillen en om kan draaien. De motorische ontwikkeling van kinderen gaat van boven naar beneden, en begint dus bij zijn nekspieren. Je kunt dit vanaf het begin al zien en je kan ermee oefenen door je baby regelmatig even op zijn buik te leggen, zodat hij zijn hoofdje op gaat tillen en om gaat draaien. Met een maand of drie/vier kunnen de meeste baby's hun hoofd goed omhoog houden.
Ook zul je vrij snel een lachje zien bij je baby. In de eerste weken zijn dit vaak nog meer een soort stuiptrekkingen, maar met een week of vier zijn dit toch wel echte lachjes! Met zes weken gaat je baby zelfs gericht naar jou lachen als ouder en zul je merken dat hij je duidelijk herkent.
Zijn gezichtsvermogen wordt steeds beter en waar hij eerst voornamelijk zwart-wit zag, gaat hij gedurende de tweede maand steeds meer en beter zien. Opvallend genoeg lijken de meeste baby's een voorkeur te hebben voor de kleur rood. Deze kleur lijkt ze al heel snel aan te trekken. Probeer het maar eens uit door iets roods in je baby's blikveld te leggen!
Met twee maanden zijn de handjes van je baby ook steeds beter ontwikkelt. Hij kan ze niet alleen beter zien, maar hij gaat ze ook gerichter gebruiken. Zo zal hij alles wat hij tegenkomt vastpakken (en stevig ook) en gaat hij gericht op zijn handjes sabbelen als hij honger heeft. Sommige baby's gaan zelfs hun duim al in hun mond stoppen.
Rollen doen de meeste baby's rond een maand of vier/vijf en zitten als ze iets ouder dan een half jaar zijn. Daarna komt het kruipen met een maand of acht en gaan staan een maand later. Een beetje langs de tafel lopen komt nog weer een maand later en echt zelfstandig lopen doen de meeste kinderen zo rond het eerste jaar. Ook het eerste woordje kun je rond deze tijd verwachten.

Kan ik mijn kind verwennen?
Dit is een veel gestelde vraag in mijn praktijk. Hierbij moet duidelijk gemaakt worden wat het verschil is tussen ergens aan wennen en je kind verwennen. Vanaf de geboorte kunnen baby's al aan bepaalde patronen en rituelen wennen. Dit is ook goed. Dit geeft duidelijkheid voor je baby. Zo kan het handig zijn om al vrij snel een zelfde avondritueel aan te houden, zodat je baby lekker gaat slapen in zijn bedje. Van verwennen is echter in de eerste maanden nog geen sprake. Ongeveer tot een half jaar kun je je kind niet verwennen. Laten huilen is dan ook tot een maand of vijf/zes echt geen goed advies. Je baby heeft deze tijd nodig om erop te vertrouwen dat je komt als er wat is. Pak je baby dus gerust op als hij huilt en wees niet bang dat je hem daarmee verwent! Na een half jaar gaan kinderen steeds meer patronen herkennen en gaan ze dingen verwachten. Nu kan er dus wel sprake zijn van 'verwennen'. Het is daarom handig om voor het half jaar er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je baby in zijn eigen kamer slaapt, mocht je dit willen. Na het half jaar kan het moeilijker worden om je baby ergens anders te slapen te leggen dan hij gewend is. Leer je baby ook voor die tijd om zelf in slaap te vallen door hem moe, maar wakker op bed te leggen. In het begin zal hij jouw hulp misschien nog nodig hebben om rustig in slaap te vallen, maar na verloop van tijd kun je hem 'aanleren' dit zelf te kunnen. Mocht je als ouder denken dat je baby dit niet kan: als je baby 's nachts langer dan 2 uur slaapt, dan kan hij zichzelf in slaap krijgen. De meeste baby's hebben namelijk een slaapcyclus van 1,5 uur. Als hij dus langer dan dat slaapt, zal hij zeker weten tussendoor even wakker zijn geweest om vervolgens zelf weer in slaap te vallen.
Kijk tot een maand of vijf/zes goed naar de signalen die je baby geeft en speel hierop in. Houdt vaste rituelen aan om het voor je baby duidelijk te maken wat er gaat komen. Na een half jaar kan het lastig worden om dingen ineens anders te gaan doen, omdat je baby dan duidelijk dingen gaat verwachten. Zorg dus voor die tijd dat je bepaalde dingen hebt afgebouwd die je niet wilt of kunt volhouden.

Tot slot, je voorbereiden op de komst van een (eerste) kindje is lastig. Veel zul je gaandeweg moeten ontdekken en leren. Praat vooral met anderen die al moeder zijn. Aan een ervaringsdeskundige heb je soms meer dan een deskundige! Doe het verder op een manier die bij jou past en goed voelt. Je mag zeker op je moeder-/vader-instinct vertrouwen! En vergeet niet te genieten van je kleine wondertje! Misschien word je in het begin gek van iedereen die dit zegt. Het is ook veel gewoon hard werken in de eerste maanden. Maar, dat eerste lachje, de lieve geluidjes en de ontwikkelingssprongetjes zijn echt dingen die je er doorheen kunnen trekken als je het even te zwaar vindt!
En probeer te bedenken dat het voor je baby ook een hele opgave is om de wereld te ontdekken en groot te groeien. Hij doet zijn best!